This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Longaandoeningen
Week 2
avVPB0922
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Welke longaandoeningen kennen jullie?
Slide 5 - Mind map
Astma en COPD
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Bij astma:
A
zijn de longen af en toe ontstoken waardoor een astma-aanval op treedt
B
is er sprake van vernauwing van de longen door een allergie
C
zijn de bronchiën altijd ontstoken en reageren daardoor sterker op prikkels, waardoor een astma-aanval kan optreden
D
zijn de bronchiën ontstoken, maar je kunt er wel van genezen
Slide 8 - Quiz
COPD is......
A
Een soort astma
B
Een probleem van het hart
C
Een chronische longziekte
D
Een ziekte die alleen bij rokers voorkomt
Slide 9 - Quiz
Klaplong / pneumothorax
Slide 10 - Slide
pneumothorax = klaplong
Slide 11 - Slide
Risico's klaplong vergroten:
Tussen de 20 en 40 jaar
Man
Roken
Lang en slank
Komt in de familie voor
Eerder klaplong gehad
Longziekten
Aan de beademing
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
Longembolie
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Longkanker
Slide 16 - Slide
Cannabis kan de kans op longkanker vergroten
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quiz
Wat kan leiden tot longkanker?
A
Dagelijks sporten
B
Veel groenten eten
C
Roken
D
Veel water drinken
Slide 18 - Quiz
Wat is WAAR over longkanker en COPD?
A
Verhoogd risico op ontwikkeling van longcarcinoom
B
Lager risico op ontwikkeling van longcarcinoom
C
Er is GEEN relatie tussen COPD en longkanker
D
Hebben een betere prognose bij comorbiditeit longkanker
Slide 19 - Quiz
Wat kan longkanker veroorzaken?
A
nicotine
B
teer
C
koolstofmono-oxide
D
alle antwoorden zijn juist
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Video
En zo zijn er nog veel meer longaandoeningen:
- Longontstekingen
- Slaapapneu
- Bronchitis
etc.
Slide 22 - Slide
Welke houding is uitermate geschikt voor cliënten met longaandoeningen
A
Rugligging
B
Buikligging
C
Zijligging
D
Rechtopzittende
Slide 23 - Quiz
Wat is geen oorzaak van COPD (chronische longaandoening)
A
Roken
B
Erfelijk
C
Irriterende stoffen (langdurig aanraking)
D
Laag hemoglobine
Slide 24 - Quiz
Wat is geen klacht van een longaandoening?
A
Stotteren
B
Slechte conditie
C
Benauwdheid
D
Piepend ademhalen
Slide 25 - Quiz
Lees de volgende situatieschets.
Als je ’s middags bij mevrouw Jacobs komt, zie je meteen dat er iets aan de hand is. Ze zit in haar stoel en kijkt je paniekerig aan. ‘Ik moest net zo ontzettend hoesten, ik kwam bijna niet meer bij’, snikt ze. Ze ademt moeilijk en je ziet gewoon dat ze zich benauwd voelt. Je probeert snel een inschatting te maken van wat je moet doen. Uit het zorgplan weet je dat mevrouw Jacobs een chronische longaandoening heeft. Wat is er waarschijnlijk aan de hand met mevrouw Jacobs?
A
Ze heeft een longontsteking.
B
Ze heeft een klaplong.
C
Ze heeft een longembolie.
D
Ze heeft een astma-aanval.
Slide 26 - Quiz
Bij welke longaandoening worden de luchtwegen nauwer, door samentrekkende spiertjes in luchtpijptakjes?
A
astma
B
COPD
Slide 27 - Quiz
Opdracht
- Noem 2 gezondheidsproblemen bij longaandoeningen
-( Zoek 2 instellingen voor longrevalidatie op en bekijk hoe de behandeling eruit ziet; wat is het hoofddoel?)