Taal verandert voortdurend. Er komen woorden bij en er worden woorden niet meer gebruikt. De woorden die erbij komen, komen vaak uit andere talen, de leenwoorden. In de Indo-Europese talen zijn veel leenwoorden uit andere Indo-Europese talen terug te vinden.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1
This lesson contains 12 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Taal verandert
Taal verandert voortdurend. Er komen woorden bij en er worden woorden niet meer gebruikt. De woorden die erbij komen, komen vaak uit andere talen, de leenwoorden. In de Indo-Europese talen zijn veel leenwoorden uit andere Indo-Europese talen terug te vinden.
Slide 1 - Slide
Engels en Frans in het Nederlands
Het Nederlands kent veel Engelse en Franse leenwoorden.
Je maakt nu opdracht 7 -9
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Hoe ontstaan nieuwe woorden?
1. uit een andere taal overgenomen (leenwoorden)
2.afgeleid van een bestaand woord
3.samengesteld uit twee of meer bestaande woorden.
Slide 4 - Slide
Ontlening
Door contact met andere volken en culturen komen we in contact met andere woorden, die vaak onvertaald overgenomen worden.
Voorbeelden: quinoa, halal, of een bestand 'saven' of 'downloaden'.
Slide 5 - Slide
Samenstelling
Heel veel woorden worden gevormd door twee (of meer) bestaande woorden aan elkaar te plakken.
bijvoorbeeld eikenprocessierupsjeukpiek
Slide 6 - Slide
Nieuwvorming
Soms worden er echt nieuwe woorden bedacht.
Uit het verleden zijn mantelzorg en epibreren daar voorbeelden van.
Slide 7 - Slide
Taaluniversalia
Overeenkomsten tussen ALLE talen ter wereld.
Slide 8 - Slide
Pak je laptop en zoek op:
taaluniversalia
.
In je eigen woorden schrijf je op in je schrift wat taaluniversalia zijn.
Noem tenminste drie voorbeelden!
Slide 9 - Slide
Bouba en Kiki
Slide 10 - Slide
Wat heb je deze les gehoord wat nieuw voor jou was?