Kwaliteitszorg hoofstuk 3

Kwaliteit en deskundigheid
1 / 19
next
Slide 1: Slide
Kwaliteit en deskundigheidMBOStudiejaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Kwaliteit en deskundigheid

Slide 1 - Slide

Planning
  • H2 - Werken in een MZ organisatie
  • Aan de slag!

Vragen over dit vak?
Via de chat in teams 

Slide 2 - Slide

H2 - Werken in een team
Onderwerpen:
  • Organisaties;
  • Doelen van organisaties;
  • Structuur van organisaties.

Slide 3 - Slide

3.2 - Organisaties
Aantal kenmerken:
  1. Doelgerichtheid;
  2. Bestaat uit medewerkers die met elkaar samen werken;
  3. Medewerkers gebruiken middelen (welke zouden dit zijn?);
  4. Medewerkers gebruiken methoden;
  5. Bepaalde structuur met leidinggevenden;
  6. Organisaties vereisen coördinatie, er is sprake van leiding.

Slide 4 - Slide

3.2 - Organisaties
Profit vs. non-profit
  • Profit: voor winst
  • Non-profit: geen winst

Waar komen jullie waarschijnlijk
te werken?

Slide 5 - Slide

3.3 - Doelen van organisaties
Wat je wilt bereiken met je organisatie.
De reden van bestaan. Wie zijn wij? Waar staan we voor?
Toekomstbeeld. Waar willen we heen?
DOEL
VISIE
MISSIE

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Video

3.3 - Doelen van organisaties
Het doel vertelt wat een organisatie wil bereiken.
Beleid is het omzetten van die doelen in plannen en afspraken.
  • Strategisch beleid: Welke kant moet de organisatie op
  • Tactisch beleid: Concrete activiteiten om strategisch beleid te behalen.
  • Operationeel beleid: Hoe, wanneer en op welke manier worden de activiteiten uitgevoerd?

Slide 8 - Slide

3.3 - Doelen van organisaties
Planningstermijnen
  • Langtermijnplanning (LTP): 3 jaar of langer;
  • Middellangetermijnplanning (MTP): 1 tot 3 jaar;
  • Kortetermijnplanning (KTP): 1 jaar of korter.

Slide 9 - Slide

Ontwikkelen van een nieuwe vorm van dienstverlening.
Verhuizen van een instelling / nieuwbouw
Organiseren van een bewonersvakantie.
LTP
MTP
KTP

Slide 10 - Drag question

3.4 - Structuur van organisaties
Binnen een organisatie moet duidelijk zijn wie wat doet en wie waarvoor verantwoordelijk is.
Hiervoor is een onigram.
De taken worden verdeeld en de bevoegdheden en verantwoordelijkheden vastgelegd. Zo kan iedereen zo optimaal mogelijk werken.

Slide 11 - Slide

3.4 - Structuur van organisaties

Slide 12 - Slide

3.4 - Structuur van organisaties
5 verschillende organisatiestructuren:
  • Lijnorganisatie;
  • Lijn-staforganisatie;
  • Projectorganisatie;
  • Matrixorganisatie;
  • Zelfsturende teams.

Slide 13 - Slide

Lijnorganisatie
Basisvorm / eenvoudige structuur.
Bestuur is eindverantwoordelijk.

Linking-pinstructuur
Bijna alleen in non-profit te zien.
Medewerkers zijn 'trapsgewijs' betrokken.
Eén persoon uit elke groep vertegenwoordiger hoger niveau.

Slide 14 - Slide

Lijn-staforganisatie
  • Lijnorganisatie, waaraan een staf is toegevoegd.
  • Staf onderdeel binnen een organisatie dat advies geeft.
  • Stafmedewerkers vaak
    hoger opgeleid.
Denk bijvoorbeeld aan
een psycholoog /
pedagoog etc.

Slide 15 - Slide

Projectorganisatie
  • Tijdelijke grote klus.
  • Verschillende werknemers in een projectgroep.
  • Samenstelling van
    werknemers kan
    wijzigen.

Slide 16 - Slide

Matrixorganisatie
  • Ook met projecten, maar die zijn permanent.
  • Medewerkers hebben altijd
    twee leidinggevenden.
  • 1e is manager van de afdeling.
  • 2e is manager van het project.

Slide 17 - Slide

Zelfsturende teams
  • Team functioneert zonder leidinggevende.
  • Samen verantwoordelijk voor de uitvoering van taken en activiteiten.
  • Werkt niet altijd even goed in de praktijk.
  • Vooral lastig als de medewerkers jarenlang gewend zijn aan het werken onder een leidinggevende,

Slide 18 - Slide

Aan de slag/huiswerk   
Afmaken vorige huiswerk.
Zie studieplanner

Opdrachten H3:
Niveau 3 en 4: 1, 2abc, 3b, 4cde
Alle verwerkingsopdrachten van niveau 4

Slide 19 - Slide