3vwo - Lezen - vaste tekststructuren

Lezen H.1-2 - vaste tekststructuren 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lezen H.1-2 - vaste tekststructuren 

Slide 1 - Slide

Oefenen met tekststrucuren
Je kent de volgende vaste structuren:
  • probleem-oplossingsstructuur
  • verklaringsstructuur
  • verleden-heden(-toekomst)structuur
  • argumentatiestructuur
  • aspectenstructuur
  • voor- en nadelenstructuur
  • vraag- en antwoordstructuur

Slide 2 - Slide

Welke structuur bevat oorzaken in het middenstuk?
A
argumentatiestructuur
B
aspectenstructuur
C
verklaringsstructuur
D
voor- en nadelenstructuur

Slide 3 - Quiz

Welke tekststructuur past niet bij een betoog?
A
argumentatiestructuur
B
aspectenstructuur
C
voor- en nadelenstructuur
D
verklaringsstructuur

Slide 4 - Quiz

Verklaringsstructuur
- inleiding: bepaald verschijnsel
- kern: kenmerken/ verklaringen/ voorbeelden
- slot: ?
Wat moet er op de plaats van het vraagteken staan?
A
samenvatting
B
eigen mening
C
het probleem
D
vraagstelling

Slide 5 - Quiz

Inleiding: onderwerp
middenstuk: diverse onderdelen van het onderwerp worden besproken
slot: samenvatting
Deze indeling hoort bij de volgende structuur:
A
argumentatiestructuur
B
voor en nadelen structuur
C
verklaringsstructuur
D
aspectenstructuur

Slide 6 - Quiz

Een tekst waarin wordt uitgelegd hoe het broeikaseffect is ontstaan, is een ....
A
Tekst met verklaringsstructuur
B
Tekst met voor- en nadelenstructuur
C
Tekst met argumentatiestructuur

Slide 7 - Quiz

Welke tekststructuur herken je door tijdsaanduidingen in de tekst?
A
Verleden/heden (toekomst) structuur
B
Argumentatiestructuur
C
Voor/nadelenstructuur
D
Aspectenstructuur

Slide 8 - Quiz

Hoe heet de volgende tekststructuur?
Inleiding: onderwerp
Middenstuk: diverse onderdelen van het onderwerp
Slot: samenvatting

A
aspectenstructuur
B
onderwerpstructuur
C
voor- en nadelenstructuur
D
vraag- en antwoordstructuur

Slide 9 - Quiz

Welke tekststructuur eindigt met de beste oplossing?
A
Vraag-antwoordstructuur
B
Probleem-oplossingsstructuur
C
Argumentatiestructuur
D
Verklaringsstructuur

Slide 10 - Quiz

Welke vaste tekststructuur is zeker niet geschikt voor een uiteenzetting?(informatieve tekst)
A
Een aspectenstructuur
B
Een vraag-antwoord-structuur
C
Een argumentatie-structuur
D
Een verklaringstructuur

Slide 11 - Quiz

Welke tekststructuur past niet bij het betoog?
A
probleem-oplossingsstructuur
B
argumentatiestructuur
C
verklaringsstructuur
D
aspectenstructuur

Slide 12 - Quiz

Opdracht 3A(G)1
Kun je nu zelf de structuur van een tekst herkennen?
Zoek (tweetallen) een tekst en probeer erachter te komen welke structuur de schrijver heeft toegepast. Bewaar de link naar de tekst.

Slide 13 - Slide