Frans gramm adjectif BB

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Lesdoelen:

• weten wat een adjectif is
• uitleggen hoe je een adjectif maakt en gebruikt
• leren: plaats en vorm
• enkele uitzonderingen leren

Adjectif 

L’adjectif: --> Een bijv.n.w. zegt iets over een zelfst. nw. 

Denk om vorm en plaats (de meeste erachter)

Rijtje voor zelfst. nw., Het is niet zo moeilijk hoor deze komen ervòòr

 beau, bon, joli grand, vieux, petit, mauvais, haut, gros, nouveau jeune long (dernier, autre).

Adjectif

manlijk enkv --> grand                manl mv  --> grands (+s)

vrl enkv           --> grande (+e)     vrl mv       --> grandes (+es)

Uitzonderingen op basisregel:

--> un garçon timide / une fille timide 

-->  un mètre carré / une boîte carrée 

Adjectif

2. Eindigt op een -s of -x, dan geen extra -s 

Un gros garçon        -->  des gros garçons

Un vieux bâtiment  --> des vieux bâtiments

Adjectif

3. Eindigt  -(e)au -->  dan geen -s, maar een -x  

un beau tableau -->  des beaux tableaux 

un vieux car          -->  des vieux cars

Adjectif

Vrouwelijk enkelvoud naar meervoud

(bon --> bonne / complet --> complète / sportif --> sportive) heureux --> heureuse / long --> longue etc.)

doux --> douce  / sec -->  sèche / gros --> grosse / gentil --> gentille / frais --> fraîche /blanc-->blanche

Adjectif

Beau / vieux / nouveau -->  hebben aparte vorm voor zelfst. nw. manl enk. die begint met klinker / stomme ‘h’

Beau            Bel              Belle               (mv: beaux / belles)

Nouveau    Nouvel      Nouvelle       (mv: nouveaux / nouvelles)

Vieux           Vieil            Vieille            (mv: vieux / vieilles)

Bijv. un bel ami / un nouvel hôtel / un vieil appartement / un bel agent de police

Welke bijvoeglijk naamwoord staat NIET voor het zelfst nw in het Fa?

1. intelligent
2. petit
3. beau
4. bon

noteer de vrouwelijke vorm enkelvoud van blanc

Noteer het bijv nw in juiste vorm en op juiste plaats in de zin. Noteer hele zin:
Ce sont des ..... filles ..... (sportief).

Welke zin klopt niet?

1. Mes parents sont gentils.
2. C'est une nouvelle école.
3. J'ai rencontré tes bel amis.
4. J'adore ces légumes frais.

Noteer het bijv nw in juiste vorm en op juiste plaats in de zin. Noteer hele zin:
C'est une ..... note ..... (slecht).

Welke zin klopt als enige wel?

1. Ce sont des méchants chiens.
2. C'est un vieil hôtel.
3. Ce sont des timides filles.
4. Il a les cheveux longues.

Noteer het bijv nw in juiste vorm en op juiste plaats in de zin. Noteer hele zin:
Elle porte toujours des ..... robes ..... (blauw).

kleuren in het Frans in vrl vorm enkv

Noteer het bijv nw in juiste vorm en op juiste plaats in de zin. Noteer hele zin:
J'adore la ..... langue ..... (italiaans).

Noteer het bijv nw in juiste vorm en op juiste plaats in de zin. Noteer hele zin:
J'ai trois ..... frères ..... (klein).

Ik heb er vertrouwen in dat de bijv.naamwoorden in het Frans gaan lukken!

😒🙁😐🙂😃