This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
L'adjectif
Het bijvoeglijk naamwoord
Slide 1 - Slide
0
Slide 2 - Video
Slide 3 - Slide
Het bijvoeglijk naamwoord
Un film intéressant. >> mannelijk enkelvoud
Une série intéressante. >> vrouwelijk enkelvoud
Deux films intéressants. >> mannelijk meervoud
Deux séries intéressantes. >> vrouwelijk meervoud
In het Frans past het bijv nw zich aan naar het zelfst nw.
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Les Couleurs
Bijvoeglijk naamwoorden van kleur die afgeleid zijn van zelfstandig naamwoorden zoals dieren, bloemen en vruchten zijn doorgaans onveranderlijk. Voorbeelden: orange (oranje), marron (bruin), cerise (kersenrood), crème (crèmekleurig), argent (zilver), bronze (brons) etc.
Des pantalons marron (niet marrons). Een bruine broek.
Slide 6 - Slide
Les Couleurs
Let op!
Rose (rose), mauve (lila) en pourpre (paars) zijn uitzonderingen. Hoewel ze afgeleid zijn van zelfstandig naamwoorden (mauve is een bloem pourpre is een slak), krijgen ze toch een -s in het meervoud.
Des pulls roses = Rose truien.
Slide 7 - Slide
Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een vrouwelijk zelfst nw krijgt een extra ...
A
e
B
s
C
es
D
niets
Slide 8 - Quiz
Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een mannelijk zelfst nw krijgt dus
A
niets erbij
B
een extra e
C
es erbij
D
s erbij
Slide 9 - Quiz
Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een mannelijk zelfst nw in meervoud krijgt
A
niets erbij
B
es
C
s
D
e
Slide 10 - Quiz
Het bijvoeglijk nw dat hoort bij een vrouwelijk zelfst nw in meervoud krijgt
A
s
B
niets erbij
C
es
D
e
Slide 11 - Quiz
Stappenplan:
1. Wat is het zelfst nw waar het bij hoort?
2. Is het zelfst nw mannelijk, vrouwelijk, meervoud, enkelvoud?
3. Noteer het bijv nw in de juiste vorm
Slide 12 - Slide
Kies het juiste antwoord. Léa est une fille ______________ (blond).
A
blonde
B
blond
Slide 13 - Quiz
Kies het juiste antwoord. La maison est très ______________ (grand).
A
grande
B
grand
Slide 14 - Quiz
Kies het juiste antwoord. J'ai deux cousins ______________. (français) > tip: un cousin
A
française
B
français.
Slide 15 - Quiz
Kies het juiste antwoord. J'adore les jupes ______________ (bleu)> tip: la jupe!
A
bleus
B
bleues
Slide 16 - Quiz
Maak de zin goed af: Léa et Anna sont ___ (petit).
Slide 17 - Open question
Maak de zin goed af: C'est un film ___ (difficile).
Slide 18 - Open question
Maak de zin goed af: J'adore ta robe ___ (vert) >tip: la robe.
Slide 19 - Open question
Maak de zin goed af: Ce sont deux garçons ___ (français, tip: un garçon)
Slide 20 - Open question
Exercice P49 Les adjectifs de couleur
Slide 21 - Slide
1. Les oiseaux volent dans le ciel .... (bleu) Regel 1 toepassen
A
bleu
mannelijk ev
B
bleue
vrouwelijk ev
C
bleus
mannelijk mv
D
bleues
vrouwelijk mv
Slide 22 - Quiz
2. Ce soir, la nuit est ... (noir) Regel 1 toepassen
A
noir
mannelijk ev
B
noire
vrouwelijk ev
C
noirs
mannelijk mv
D
noires
vrouwelijk mv
Slide 23 - Quiz
3A.Mon amie a des chaussures (v.mv)....(blanc) Kijk bij de onregelmatige vormen!
A
blanc
mannelijk ev
B
blanche
vrouwelijk ev
C
blancs
mannelijk mv
D
blanches
vrouwelijk mv
Slide 24 - Quiz
3B.Mon amie a des chaussures (v.mv)blanches et ... (violet) Kijk bij de onregelmatige vormen!
A
violet
mannelijk ev
B
violette
vrouwelijk ev
C
violets
mannelijk mv
D
violettes
vrouwelijk mv
Slide 25 - Quiz
4. Ses enfants portent des chapeaux (m. mv)... (rouge) Regel 2 toepassen
A
rouge
mannelijk ev
B
rouge
vrouwelijk ev
C
rouges
mannelijk mv
D
rouges
vrouwelijk mv
Slide 26 - Quiz
5. Pierre et Sophie sont dans la voiture ... (gris) Regel 3 toepassen
A
gris
mannelijk ev
B
grise
vrouwelijk ev
C
gris
mannelijk mv
D
grises
vrouwelijk mv
Slide 27 - Quiz
6. Ces chaises (v. mv) sont ... (marron)
A
marron
mannelijk ev
B
marron
vrouwelijk ev
C
marron
mannelijk mv
D
marron
vrouwelijk mv
Slide 28 - Quiz
7. Son cahier de français est ... (rose) Regel 2 toepassen
A
rose
mannelijk ev
B
rose
vrouwelijk ev
C
roses
mannelijk mv
D
rose
vrouwelijk mv
Slide 29 - Quiz
8. Il donne des roses (v. mv) ... (rouge) à sa femme. Regel 2 toepassen
A
rouge
mannelijk ev
B
rouge
vrouwelijk ev
C
rouges
mannelijk mv
D
rouges
vrouwelijk mv
Slide 30 - Quiz
9A. Elle cherche un stylo ... (noir) Regel 1 toepassen
A
noir
mannelijk ev
B
noire
vrouwelijk ev
C
noirs
mannelijk mv
D
noires
vrouwelijk mv
Slide 31 - Quiz
9B Elle cherche un stylo noir et sa trousse ... (vert) Regel 1 toepassen
A
vert
mannelijk ev
B
verte
vrouwelijk ev
C
verts
mannelijk mv
D
vertes
vrouwelijk mv
Slide 32 - Quiz
10. Le sac d'Alice est ... (violet) Kijk bij de onregelmatige vormen!