4.4 Zakelijk lezen - feit/mening & toetsvragen

4.4 Zakelijk lezen 
- feit / mening
- toetsvragen beantwoorden
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

4.4 Zakelijk lezen 
- feit / mening
- toetsvragen beantwoorden

Slide 1 - Slide

Voorkennis (4.2)
  1. Oriënterend lezen 
  2. Globaal lezen 
  3. Precies lezen
  4. Zoekend lezen 

Slide 2 - Slide

Verkennend lezen

Slide 3 - Slide


Bij verkennend lezen...
A
...probeer je de tekst te begrijpen en wil je precies weten wat erin staat.
B
...probeer je een eerste indruk van de tekst te krijgen.
C
...probeer je de tekst uit je hoofd te leren.
D
...probeer je in de tekst te vinden wat je zoekt.

Slide 4 - Quiz

Wat is nauwkeurig lezen?
A
De tekst snel bekijken
B
Informatie opzoeken in een tekst of op internet
C
De tekst van begin tot eind lezen
D
Leren en onthouden van de hele tekst

Slide 5 - Quiz

Nauwkeurig lezen
Goed lezen, wat is dat? Eigenlijk is dat hetzelfde als nauwkeurig lezen. Niets ontgaat je, je bent voor de volle 100% gefocust op de tekst en terwijl je leest, praat er de hele tijd een stemmetje mee in je hoofd: is dit waar, volgens wie is dit zo, begrijp ik dit, past het bij wat ik al weet?

Slide 6 - Slide

Nauwkeurig lezen
Ook als je een toets maakt, moet je nauwkeurig lezen. Het komt vaak voor dat leerlingen die goed geleerd hebben voor een toets toch minder hoog scoren, doordat ze de vragen niet goed lezen of begrijpen. Zonde! Want ook het goed lezen van toetsvragen kun je trainen.

Slide 7 - Slide

feit - mening

Slide 8 - Slide

Feit of mening?

Koken is moeilijk.
A
feit
B
mening

Slide 9 - Quiz

1 De smartphone is onmisbaar.
2 Heel veel jongeren voelen zich ongelukkig zonder smartphone.
A
1 feit/ 2 feit
B
1 feit/ 2 mening
C
1 mening / 2 feit
D
1 mening/ 2 mening

Slide 10 - Quiz

Feit of mening?

'...want het is een veelzijdig vak.'
A
Feit
B
Mening

Slide 11 - Quiz

feit/mening?
Hij heeft oortjes en staart naar zijn telefoonscherm.
A
feit
B
mening
C
geen idee

Slide 12 - Quiz

Tips bij toetsvragen


  1. Neem genoeg tijd.
  2. Lees zorgvuldig.
  3. Vergeet niets.
  4. Doe niet te veel.
  5. Ken de studiewoorden.

Slide 13 - Slide

Neem genoeg tijd
Wees niet haastig met het lezen van de vragen. Bekijk goed wat voor vragen er worden gesteld (open vragen of meerkeuzevragen), of er veel of weinig vragen zijn en of er daarbij ook deelvragen (subvragen) zijn.

Slide 14 - Slide

Lees zorgvuldig
Denk niet meteen, terwijl je de vraag vluchtig bekijkt, dat je weet wat er van je verlangd wordt. Leraren stellen vragen soms bewust iets anders dan je gewend bent van je lesboek, omdat ze willen weten of je de leerstof echt goed begrijpt. Onderstreep de belangrijkste woorden uit de vraag.

Slide 15 - Slide

Vergeet niets
Let goed op bij vragen die eigenlijk uit meerdere opdrachten bestaan:



In LearnBeat staan nog meer voorbeelden.

Slide 16 - Slide

Doe niet te veel (of te weinig)
Wees precies in het uitvoeren van de opdrachten: doe niet te weinig, maar ook niet te veel!




Slide 17 - Slide

Ken je studiewoorden
Zorg dat je bekend bent met veelvoorkomende studiewoorden. 
Verklaar
Leg uit
Licht toe

Slide 18 - Slide

Open vragen en gesloten vragen

Slide 19 - Slide

Door deze les...
A
weet ik wat ik moet weten. Ik zie op de toets wel of dat zo is.
B
kan ik aan de slag met Learnbeat.
C
ben ik klaar voor de voortgangstoets (ik wist dit al)
D
kan ik proberen de opdrachten te maken. Als ik nog vragen heb, plan ik een flexles in voor meer uitleg.

Slide 20 - Quiz

Heb je in deze les genoeg geleerd?

Slide 21 - Open question

Wat heb je in deze les geleerd?

Slide 22 - Open question