Ontdek de tekst: titels, onderwerpen en feiten

Ontdek de tekst: titels, onderwerpen en feiten

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je: titels en tussenkopjes herkennen, het onderwerp van een tekst bepalen, de leesstrategieën verkennend en nauwkeurig lezen toepassen, feiten en meningen onderscheiden in een tekst, de moeilijke woordenwijzer gebruiken en signaalwoorden herkennen die een opsomming aangeven.

Wat weet je al over het herkennen van titels, onderwerpen en feiten in een tekst?

Wat zijn titels en tussenkopjes?

Titels en tussenkopjes geven een samenvatting van de inhoud van een tekst. Ze helpen je om snel te bepalen waar de tekst over gaat.

Hoe bepaal je het onderwerp van een tekst?

Het onderwerp van een tekst is waar de tekst over gaat. Het kan worden uitgedrukt in één of enkele woorden.

Verkennend en nauwkeurig lezen

Verkennend lezen betekent dat je snel door de tekst heen leest om een idee te krijgen van de inhoud. Nauwkeurig lezen houdt in dat je de tekst grondig en zorgvuldig leest om alle details te begrijpen.

Feiten en meningen

Feiten zijn objectieve informatie die controleerbaar en waarheidsgetrouw zijn. Meningen zijn persoonlijke standpunten of overtuigingen.

De moeilijke woordenwijzer

De moeilijke woordenwijzer is een hulpmiddel om de betekenis van moeilijke woorden in een tekst te achterhalen. Het kan bestaan uit een woordenlijst, een verklarende woordenlijst of een woordenboek.

Signaalwoorden voor opsommingen

Signaalwoorden zoals 'ten eerste', 'verder', 'ten slotte' geven aan dat er een opsomming volgt. Ze helpen je om de structuur van een tekst te begrijpen.

Samenvatting

In deze les hebben we geleerd hoe we titels en tussenkopjes kunnen herkennen, het onderwerp van een tekst kunnen bepalen, de leesstrategieën verkennend en nauwkeurig lezen kunnen toepassen, feiten en meningen kunnen onderscheiden in een tekst, de moeilijke woordenwijzer kunnen gebruiken en signaalwoorden voor opsommingen kunnen herkennen.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.