What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Alle woordsoorten klas 1
8 feb
woordsoorten en lezen
1 / 19
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
This lesson contains
19 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
8 feb
woordsoorten en lezen
Slide 1 - Slide
Woordsoorten: lw, bn, zn, ww, vz
Slide 2 - Slide
Grammatica woordsoorten
Woorden van een zin verdelen in woordsoorten
Je benoemt elk woord afzonderlijk
Het gaat om de functie van het woord in de zin: niet om de betekenis
Slide 3 - Slide
Sleep de kenmerken van de woordsoorten naar de juiste woordsoort.
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Woord voor een mens, dier, plant, ding of gevoel.
Heeft meestal een enkelvoud en een meervoud.
Je kunt er vaak een verkleinwoord van maken.
Je kunt er meestal de, het of een voor zetten.
Een eigennaam is een vorm van deze woordsoort.
Deze woordsoort zegt iets over het ZN.
Deze woordsoort staat meestal vóór het ZN.
Deze woordsoort heeft een korte en een lange vorm.
Je kunt vaak de trappen van vergelijking erop toepassen.
Er bestaat ook een stoffelijke variant van deze woordsoort.
Slide 4 - Drag question
Zelfstandig naamwoord (ZN)
Woord voor een mens, dier, plant, ding of gevoel.
Je kunt er vaak een verkleinwoord van maken.
Je kunt er meestal de, het of een voor zetten.
Het heeft vaak een vorm voor enkelvoud en meervoud.
Een eigennaam is ook een ZN.
Bijvoeglijk naamwoord (BN)
Zegt iets over het ZN.
Kan voor of achter het ZN staan.
Het BN heeft vaak een korte en een lange vorm (met -e).
Een BN kent meestal de trappen van vergelijking.
Een stoffelijk BN zegt van welk materiaal iets gemaakt is.
Slide 5 - Slide
Lidwoord (LW)
De, het = bepaald lidwoord.
(Het is
bepaald
, staat vast, wanneer je
de
of
het
gebruikt.)
Een = onbepaald lidwoord.
(
Onbepaald
omdat je
een
zowel voor een
de
- als een
het
-woord kunt zetten.)
Slide 6 - Slide
"Ik zag twee vliegen vliegen."
Hoeveel werkwoorden in deze zin?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 7 - Quiz
Waar kan de vogel zitten?
[...] de kooi.
timer
1:00
Slide 8 - Open question
Voornaamwoorden
Voorzetsel (VZ)
Geeft een plaats, tijd of reden/oorzaak aan.
Staat meestal vóór een lidwoord of voornaamwoord.
Een VZ kan ook achter een zelfstandig naamwoord staan.
Een VZ kan deel zijn van een vaste combinatie of uitdrukking.
Let op bij scheidbare werkwoorden:
hij haalt uit
->
uit
is deel van het werkwoord en dus geen VZ. Dit zijn bijwoorden.
Slide 9 - Slide
De klantenservice wordt
momenteel
overspoeld door klachten van ontevreden klanten.
de = lw ontevreden = bn
klantenservice = zn klanten = zn
wordt = ww
(momenteel = bw)
overspoeld = ww
door = vz
klachten = zn
van = vz
Slide 10 - Slide
Sleep elk woord naar de juiste woordsoort.
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
Lidwoord
werkw
oord
Voorzetsel
Hoe
kunnen
de
slimme
gevangenen
uit
Alcatraz
de
oever
steile
bereikt
hebben?
Slide 11 - Drag question
Er zijn 4 lidwoorden in het Nederlands
A
Waar
B
Niet waar
Slide 12 - Quiz
werkwoord
voorzetsels
bijvoeglijk naamwoord
Zelfstandig naamwoord
zijn
vinden
zwemmen
op
tijdens
met
katoenen
koud
goed
vorst
sneeuw
auto
Slide 13 - Drag question
Einde
Slide 14 - Slide
begrijpend lezen
Slide 15 - Mind map
Verbanden en signaalwoorden
Tekstverband: tijd
Tekstverband: opsomming
Tekstverband: tegenstelling
Tekstverband: oorzaak-gevolg
voordat
nadat
eerst
en, ook, bovendien
vervolgens
maar, echter, hoewel, toch
door, waardoor, te danken aan, doordat
Slide 16 - Drag question
Wat is de bedoeling van de tekst? Het gaat hier om...
A
de tekstdoel
B
de hoofdgedachte
C
het onderwerp
D
de deelonderwerpen
Slide 17 - Quiz
Wat zijn de 5 tekstdoelen?
Slide 18 - Mind map
Ik zoek elk woord op dat ik niet ken/weet.
ja, en dat woord schrijf ik op om het te leren
nee, veel te veel moeite
alleen als ik de tekst niet meer begrijp
alleen als ik de betekenis niet uit de tekst kan halen.
Slide 19 - Poll
More lessons like this
2TH Grammatica Woordsoorten herhaling
September 2024
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
Alle woordsoorten klas 3
November 2021
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1
Herhalen woordsoorten 17-3-21
March 2021
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
2F: Werkblad inleveren
May 2021
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2TH Grammatica Woordsoorten herhaling
June 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
2TH Grammatica Woordsoorten herhaling
June 2021
- Lesson with
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 1
BSR 08/01 2t Grammatica WS 1 Herhaling lj1
November 2024
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
Woordsoorten lw, bnw, znw, vz, twb, ww 2 vmbo (periode 2)
May 2021
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2