K2 Lektion 3A

  • Handy zu Hause/Schließfach
  • Setzt euch bitte (ga zitten)
  • Schulsachen auf dem Tisch (Buch, Heft, Laptop)
  • Laptop geschlossen
  • Rucksack auf dem Boden

1 / 23
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

  • Handy zu Hause/Schließfach
  • Setzt euch bitte (ga zitten)
  • Schulsachen auf dem Tisch (Buch, Heft, Laptop)
  • Laptop geschlossen
  • Rucksack auf dem Boden

Slide 1 - Slide

Was machen wir heute?
- Hausaufgaben 5
- Rückblick & Wiederholung 10
- die Nachrichten/Aktualität 20
- Hausaufgaben 5
- evaluieren 5










Slide 2 - Slide

Kapitel 2 : Bern
Bern, Tiere, Natur, Umwelt

Lernziele: 
- ik ken de betekenis van de woorden van Lektion 1+2
- ik kan de modale werkwoorden mögen en sollen vervoegen
- ik kan de belangrijkste punten uit een nieuwsbericht begrijpen








Slide 3 - Slide

Hausaufgaben

Slide 4 - Slide

sollen (moeten)
Sie sollen
ich soll
wir sollen
du sollst
ihr sollt
er soll
sie sollen
ik moet
jij moet
hij moet
wij moeten
jullie moeten
zij moeten
u moet

Slide 5 - Drag question

Modalverb
sollen = moeten 
soll
sollst
soll
sollen
sollt
sollen
ich
du
er / sie / es
wir
ihr
sie / Sie
solle
sollet

Slide 6 - Drag question

 mögen = houden van
timer
1:00
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
mag
magst
mag
mögen
mögt
mögen
möge
mögst

Slide 7 - Drag question

Er ......keine Pizza.
A
möge
B
mage
C
mag
D
mögt

Slide 8 - Quiz

Du ......gesund essen.
A
soll
B
solst
C
sollst
D
sollest

Slide 9 - Quiz

......du Spaghetti?
A
mögst
B
möge
C
magst
D
mögest

Slide 10 - Quiz

Meine Mutter ist von Greenpeace.....
A
unterstützt (unterstützen)
B
gefehlt (fehlen)
C
erhalten
D
begeistert

Slide 11 - Quiz

Er möchte......beim WWF werden.
A
Thema
B
Unterschied
C
Mitglied
D
Umweltschutz

Slide 12 - Quiz

Es ist sehr heiß, ich muss mich an die Hitze .....
A
überprüfen
B
verwenden
C
fehlen
D
gewöhnen

Slide 13 - Quiz

Die Polizei muss die Adressen.....
A
verstecken
B
trennen
C
erhalten
D
überprüfen

Slide 14 - Quiz

Die Landschaft in den Bergen ist......
A
sauer
B
traumhaft
C
sauber
D
begeistert

Slide 15 - Quiz

Die Giftstoffe kommen durch den Regen in den ......
A
Hoffnung
B
Mültonne
C
Abfall
D
Boden

Slide 16 - Quiz

Was ist der.....zwischen einem Pferd und einem Zebra?
A
Thema
B
Unterschied
C
Mitglied
D
Umwelt

Slide 17 - Quiz

Die Nachrichten vom Sonntag, den 10. November 2024


1. Die Menschen in Spanien sind 'sauer'. Wat betekent 'sauer'?
2. Wat is het Duitse woord voor 'overstroming'?
3. Hoeveel mensen zijn door het natuurgeweld overleden? Schrijf dit getal in letters.
4. Wat willen de mensen met hun demonstraties bereiken?
5. Wat is een 'Müllkippe'?
6. Waarom mogen mensen nu niet op straat koken of eten?
7. Die USA...........................befreundete Länder, wenn ein Krieg droht. Kies het juiste woord: erhält, fehlt, unterstützt, verwendet.
8. Waarom zijn de verkiezingen in Amerika zo belangrijk voor andere landen?
9. Über zwei Monate sind sie auf offenem ...........( dit woord betekent:  ...................)
10. Ich.......(vind leuk) vor allem die Schönheit der Greifvögel. (vul het goede modale werkwoord in)
11. Jedes Kind hat einen eigenen Vogel, auf den es aufpassen..........(mag). (vul het goede modale werkwoord in)
12. Wat is 'Futter'?
13. Jozef und Diana .........(willen) später einen Beruf erlernen, der etwas mit Tieren zu tun hat. (vul het goede modale werkwoord in)
14. Schrijf 4 Duitse woorden op die met het weer te maken hebben.


timer
2:00

Slide 18 - Slide

Die Nachrichten vom Sonntag, den 10. November 2024


1. Die Menschen in Spanien sind 'sauer'. Wat betekent 'sauer'?
2. Wat is het Duitse woord voor 'overstroming'?
3. Hoeveel mensen zijn door het natuurgeweld overleden? Schrijf dit getal in letters.
4. Wat willen de mensen met hun demonstraties bereiken?
5. Wat is een 'Müllkippe'?
6. Waarom mogen mensen nu niet op straat koken of eten?
7. Die USA...........................befreundete Länder, wenn ein Krieg droht. Kies het juiste woord: erhält, fehlt, unterstützt, verwendet.
8. Waarom zijn de verkiezingen in Amerika zo belangrijk voor andere landen?
9. Über zwei Monate sind sie auf offenem ...........( dit woord betekent:  ...................)
10. Ich.......(vind leuk) vor allem die Schönheit der Greifvögel. (vul het goede modale werkwoord in)
11. Jedes Kind hat einen eigenen Vogel, auf den es aufpassen..........(mag). (vul het goede modale werkwoord in)
12. Wat is 'Futter'?
13. Jozef und Diana .........(willen) später einen Beruf erlernen, der etwas mit Tieren zu tun hat.
14. Schrijf 4 Duitse woorden op die met het weer te maken hebben.

timer
3:00

Slide 19 - Slide

Was?
K2 L4 Aufgabe 1

S. 78
Wie?
Im Buch oder online -
individuell oder zu zweit
Wie lange?
10 min
Hilfe?
stencil modale werkwoorden
Fertig?
Aufgabe 2
S. 78
Ergebnis?
timer
10:00

Slide 20 - Slide

Ik kan de werkwoorden mögen en sollen vervoegen
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Poll

Ik kan de belangrijkste punten uit een nieuwsbericht begrijpen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Nächste Stunde
Lektion 4
Mündliche Prüfung: 26. November



Check rommel rond je tafel
Blijf op je plaats tot de bel gaat
Stoel aanschuiven
Danke schön !


Slide 23 - Slide