4 Uitleg huiswerk 5 Zelfstandig werken 6 Wat hebben we geleerd of gemist?
Slide 1 - Slide
Welke woorden ontbreken er uit deze krantenkopjes? Tip: volg het nieuws!
Slide 2 - Slide
Alle kinderen vinden de persoonsvorm in deze zin.
De persoonsvorm is:
A
kinderen
B
vinden
C
persoonsvorm
D
deze
Slide 3 - Quiz
Een persoonsvorm:
A
kan een voltooid deelwoord zijn
B
kan in tegenwoordige of verleden tijd staan.
C
verandert nooit
Slide 4 - Quiz
Infinitief staat in het werkwoord. Waar is de infinitief in haakjes gezet?
A
laat die fiets niet 'roesten'
B
'laat' die fiets niet roesten.
C
laat die 'fiets' niet 'roesten'
D
'laat' die fiets niet 'roesten'
Slide 5 - Quiz
Wat is de infinitief?
A
schilder
B
schilderen
C
geschilderd
D
schilderend
Slide 6 - Quiz
Wat is geen voltooid deelwoord?
A
geslapen
B
geweest
C
blijven
D
gegeten
Slide 7 - Quiz
Wat is een voltooid deelwoord?
A
heel werkwoord
B
persoonsvorm
C
ge-be-her-ver-er-ont woorden
D
werkwoordelijk gezegde
Slide 8 - Quiz
Bespreken (1 t/m 9) bij blok 1.2 grammatica
2B: Wat is een werkwoord?
8B: Maak een zin waarin het werkwoord vluchten de persoonsvorm is. Maak een zin waarin het werkwoord vluchten de infinitief is. Maak een zin waarin het werkwoord vluchten het voltooid deelwoord is.
8C: Maak een zin waarin het werkwoord proberen de persoonsvorm is. Maak een zin waarin het werkwoord proberen de infinitief is. Maak een zin waarin het werkwoord proberen het voltooid deelwoord is.
Slide 9 - Slide
Aan de slag!
Maak de vragen van Blok 1.2 A - 11 t/m16 Maak ook van Blok 1.2 B vraag 1 en 2 En van Blok 1.2 C vraag 1
Overleggen mag (op fluistertoon).
Heb je een vraag, hand omhoog!
Ik maak rondjes door de klas en kijk ook via learnbeat met jullie mee.
timer
20:00
Slide 10 - Slide
Wat vind je van deze les? Wat heb ik goed of niet goed uitgelegd?
Slide 11 - Open question
Huiswerk:
Maak de vragen van Blok 1.2 A - 11 t/m16. Maak ook van Blok 1.2 B vraag 1 en 2. En van Blok 1.2 C vraag 1.