6.5 - voortplanting bij dieren

Thema 6: voortplanting bij planten en dieren
Basisstof 5: Voortplanting bij dieren
1 / 22
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Thema 6: voortplanting bij planten en dieren
Basisstof 5: Voortplanting bij dieren

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

WAT GAAN WE DOEN? 
  • Waar gaan we in dit hoofdstuk mee aan de slag?
  • Terugblik 6.1 t/m 6.4
  • Leerdoelen 6.5: "Voortplanting bij dieren"
  • Uitleg 6.5:   "Voortplanting bij dieren"
  • Oefenen 
  • Aan de slag!

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

korte herhaling
- onderdelen van een bloem?
- kenmerken & functies van bloemdelen?
-voortplanting bij bloemen? 

Slide 3 - Slide

onderwijsleergsprek!
Wat is bevruchting bij planten?
A
als een plant een vrucht heeft
B
als de kern van de stuifmeelkorrel samensmelt met de kern van de eicel
C
als een boom appels heeft
D
Als een plant stuifmeelkorrels heeft

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen peulvrucht?
A
B
C
D

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Vrucht of zaad?
A
Vrucht
B
Zaad

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Vrucht of zaad?
A
Vrucht
B
Zaad

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions


Een banaan is een zaad
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het vruchtvlees?
A
Het zachte, soms eetbare gedeelte van de vrucht
B
Het zachte, niet eetbare gedeelte van de vrucht

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

leerdoelen
  • Je kunt uitleggen dat bij bevruchting elk van de ouders de helft van de chromosomen levert. 
  • Je kunt voorbeelden geven van geslachtelijke voortplanting. 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

uitleg 6.2
Bestuiving 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Voortplanting van bloemen
We hebben het de afgelopen tijd gehad over de voortplanting van bloemen. Hierbij verplaatste een stuifmeelkorrel zich naar een stamper van een bloem en zakte door de stijl naar het vruchtbeginsel. 

Daar versmelt het zich met een eicel. En een zaadje is geboren!

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Dieren?
Dieren maken geen stuifmeel. Bij dieren noem je dit namelijk zaadcellen of sperma. 

Maar bevruchting is dus altijd het samensmelten van een zaadcel en een eicel. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Geslachtelijke voortplanting
Wanneer een eicel met een zaadcel versmelt noem je het geslachtelijke voortplanting. Op dat moment vindt er bevruchting plaats. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Even nadenken
Afgelopen jaar hebben we cellen onder de microscoop bekeken. In de celkern hebben we besproken dat er chromosomen zitten. 

Deze chromosomen bevatten de erfelijke informatie van jouw lichaam. Dus je haarkleur, oogkleur etc. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Chromosomen aantal
Dus het aantal chromosomen wordt gehalveerd. 

Dat moet natuurlijk ook, want de eicel en zaadcel smelten weer samen en geven dan dus samen weer het goede aantal chromosomen. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

6.6 Voortplanting bij dieren
Bij vogels komen de jongen (kuikens) uit een ei.
Ook andere dieren leggen eieren, zoals kikkers, vissen en insecten.
Bij dieren die hun eieren in het water leggen, kan de bevruchting in het water plaatsvinden (buiten het lichaam).
Bevruchting buiten het lichaam noem je uitwendige bevruchting.

Dit komt bijvoorbeeld voor bij vissen.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Bij kikkers zit het mannetje tijdens de paring boven op het vrouwtje.

Het mannetje geeft zaadcellen af net op het moment dat het vrouwtje eicellen afzet.

De bevruchting vindt plaats in het water.

Het mannetje kan wel enkele dagen op het vrouwtje blijven zitten.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

6.5 Voortplanting bij dieren
Bij insecten vindt de bevruchting meestal plaats in het lichaam van het vrouwtje.
Dit noem je inwendige bevruchting.

Na de bevruchting zet het vrouwelijke insect eitjes af. In de eitjes ontwikkelen zich larven.
Ook bij vogels en zoogdieren vindt de bevruchting plaats in het lichaam van het vrouwtje.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
Lees thema 6 basisstof 1.
Maken:
Opdracht: 1 t/m 4 samen
opdr. 5 t/m 10 zelfstandig. 


Slide 22 - Slide

This item has no instructions