Capítulo 6 - LES 4 Havo/vwo 2

1 / 25
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1-4

This lesson contains 25 slide, with interactive quiz and text slide.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Bienvenidos a la clase de español
Hoy es viernes, 17 de mayo

Slide 2 - Slide

¿Qué vamos a hacer hoy?
  • Toets: wanneer? Toetsweek?
  • Hoeveel lessen nog voor de toets
  • Huiswerk: werbladje
  • Wat hebben we tot nu toe geleerd van C6?
  • Wat moeten we nog leren voor de toets?

Slide 3 - Slide

Las reglas:

  1. Als iemand praat is de rest stil
  2. Ik steek me vinger op als ik iets wil zeggen
  3. Respect voor elkaar: we maken elkaar niet belachelijk
  4. Mobiele telefoon in je kluisje
  5. wc -> in de pauze, vóór of na de les

Slide 4 - Slide

Toetsweek

De week van 17 juni, dus nog 1 maand en paar dagen voor de toetsweek

Als jullie het vóór de toetsweek willen dan de week van 3 juni, nog 3 weken voor de toets

Slide 5 - Slide

Toets Capítulo 6
Voordelen:
1. Je moet voor de laatste toetsweek niet meer voor Spaans leren 
2. Je hebt meer tijd om te leren voor de andere vakken

Nadelen:
1. De toets zal vóór de toetsweek plaatsnemen, dus over 3 weken (inclusief deze week) (de week van 3 juni)
2. minder tijd om voor de Spaanse toets te leren

Slide 6 - Slide

Capítulo 6

Gramática: Voltooid tegenwoordige tijd: tekstboek blz. 53, bron D
                        De werkwoorden SER/ ESTAR/ HAY: tekstboek blz. 56, bron J

Vocabulario: Werkboek blz. 103 en 104

Frases Clave: tekstboek blz. 53, bron E
                             tekstboek blz. 56, bron J





Slide 7 - Slide

Wat is het verschil tussen het werkwoord ser en estar?
Onregelmatig

yo
él/ ella/ usted
nosotros
vosotros
ellos/ ellas/ ustedes
HABER
he
has
ha
hemos
habéis
han


decir = dicho
hacer = hecho
escribir = escrito
ver = visto

Slide 8 - Slide

Wat is het verschil tussen het werkwoord ser en estar?
VTT - Presente perfecto (p. 53)

yo
él/ ella/ usted
nosotros
vosotros
ellos/ ellas/ ustedes
HABER
he
has
ha
hemos
habéis
han

ww: -AR
stam +ado

ww: -ER / -IR
stam +ido
timer
6:00

Slide 9 - Slide

Vul de juiste vormen van de presente perfecto in de zinnen.
.
1. Esta semana Laura (viajar) ___________ a Barcelona.
2. Hoy (yo, pensar) ___________ mucho.
3. Diego (estar) ___________ enfermo.
4. Daniela y tú (hablar) ________________ francés.
5. Esta mañana tú (desayunar) ____________ cereales.
6. Este año Paula y yo (ser) ___________ compañeras.

Slide 10 - Slide

Persoonlijke voornaamwoorden:
.
1. yo = yo
2. tú = tú
3. él / ella/ usted = één naam/ enkelvoud
4. nosotros = ......... y yo 
5. vosotros = .......... y tú 
6. ellos/ ellas/ ustedes = twee namen/ meervoud

Slide 11 - Slide

Vul de juiste vormen van de presente perfecto in de zinnen.
.
1. Esta semana Laura ha viajado a Barcelona.
2. Hoy he pensado mucho.
3. Diego ha estado enfermo.
4. Daniela y tú habéis hablado francés.
5. Esta mañana tú has desayunado cereales.
6. Este año Paula y yo hemos sido compañeras.

Slide 12 - Slide

¿Qué vamos a hacer?
Wat? Libro de ejercicio pág. 89, ejerc. 17
Hoe? En dúos
Hulp: Libro de texto, blz. 78, glosario
Tijd: 8 minuten
Uitkomst: Ik kan de woordjes in de juiste categorie zetten
Klaar? Voer een gesprek aan de hand van de Frases, bron E. blz. 53 Als jullie klaar zijn, dan moet je van rol veranderen

Slide 13 - Slide

Verschil tussen SER/ ESTAR/ HAY



.

Slide 14 - Slide

ESTAR
Plaatsbepaling:
- dónde
- en
- al lado de
- cerca




Slide 15 - Slide

SER
Omschrijving:
- kleur (es azul, es rojo, etc.)
- maat (es grande, es pequeño)
- beschrijving van iets (es fantástica)
- beroep (es profesora, es doctor)
-karaktereigenschap (es amable)
- familie (es mi prima)




Slide 16 - Slide

Hay

Er is/ er zijn:

-Hoeveelheden (un, dos, tres)
-Hoeveelheden (mucho, poco, bastante)
- Er is geen (no hay)
-Alles zonder plaatsbepaling of omschrijvingen


Slide 17 - Slide

Los deberes
Libro de texto: Lees de tekst van blz. 54, bron F
Libro de ejercicio: Maak opdr. 19 a, b en c van blz. 91

Leer de zinnetjes van bron E, blz. 53 tekstboek (overhoring)

Slide 18 - Slide

¿Cuál era la meta de hoy? 

Aan het einde van de les:
  • weten wij wanneer wij de Spaanse toets gaan maken.
  • weet ik wat ik al weet van capítulo 6
  • weet ik wat ik nog moet leren van capítulo 6

Slide 19 - Slide

Wat doe je in de ochtend?
Blooket

play.blooket.com

Slide 20 - Slide

Kies het juiste onbepaald lidwoord.
2. Compré __________ manzanas en el supermercado.
A
un
B
una
C
unos
D
unas

Slide 21 - Quiz

Kies het juiste onbepaald lidwoord.
3. Necesito __________ bolígrafo para tomar apuntes.
A
un
B
una
C
unos
D
unas

Slide 22 - Quiz

Kies het juiste onbepaald lidwoord.
4. Quiero comprar __________ zapatos nuevos.
A
un
B
una
C
unos
D
unas

Slide 23 - Quiz

Quizlet
https://ap.lc/wzBbJ

Slide 24 - Slide

¿Cuál es la meta de hoy? 

Aan het einde van de les:
  • weten wij wanneer wij de Spaanse toets gaan maken.
  • weet ik wat ik al weet van capítulo 6
  • weet ik wat ik nog moet leren van capítulo 6

Slide 25 - Slide