Past Continuous

Past Continuous
1 / 22
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Past Continuous

Slide 1 - Slide

Remember?
Past Simple
'ed' vorm
I worked, we worked, they worked

Slide 2 - Slide


Past simple for work
A
Workd
B
Worked

Slide 3 - Quiz


Past simple for stop
A
Stoped
B
Stopped

Slide 4 - Quiz


Past simple for cry
A
Cried
B
Cryed

Slide 5 - Quiz


Past simple for travel
A
Travelled
B
Traveled

Slide 6 - Quiz


Past simple for bake
A
Baked
B
Bakeed

Slide 7 - Quiz

Past Continuous
Joop was aan het lezen
Fred and Batman waren aan het fietsen
Boris was aan het vechten


Slide 8 - Slide

Past Continuous
Joop was aan het eten
Fred and Batman waren aan het fietsen
Boris was aan het vechten


Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

We gebruiken de past continuous voor een actie die in het verleden is en een tijdsduur heeft. 
We gebruiken de past continuous voor een actie die in het verleden is en een tijdsduur heeft. 
Joop was eating yesterday

Slide 11 - Slide

We gebruiken de past continuous voor een actie die in het verleden is en een tijdsduur heeft. 
We gebruiken de past continuous voor een actie die in het verleden is en een tijdsduur heeft. 
Joop was eating yesterday

Fred and Batman were cycling last week


Slide 12 - Slide

We gebruiken de past continuous voor een actie die in het verleden is en een tijdsduur heeft. 
We gebruiken de past continuous voor een actie die in het verleden is en een tijdsduur heeft. 
Joop was eating yesterday

Fred and Batman were cycling last week

Boris was fighting 

Slide 13 - Slide

We gebruiken de past continuous voor een actie die in het verleden is en een tijdsduur heeft. 
We gebruiken de past continuous voor een actie die in het verleden is en een tijdsduur heeft. 
Joop was eating yesterday

Fred and Batman were cycling last week

Boris was fighting 

Slide 14 - Slide

We gebruiken de past continuous voor een actie die in het verleden is en een tijdsduur heeft. 
We gebruiken de past continuous voor een actie die in het verleden is en een tijdsduur heeft. 
Joop was eating yesterday

Fred and Batman were cycling last week

Boris was fighting 

Slide 15 - Slide

Vorm van de past continuous
1. Was of were 
2. Hele WW
3. +'ing'


Batman was walking
We were fighting

Slide 16 - Slide

Vorm van de past continuous
1. Was of were 
2. Hele WW
3. +'ing'


Batman was walking
We were fighting
I was
She was
He was
It was
You were
We were
They were

Slide 17 - Slide

Julie ........
(sleep) at three o'clock.
A
was sleep
B
were sleep
C
was sleeping
D
were sleeping

Slide 18 - Quiz

You ........
(study) at three o'clock.
A
were study
B
was study
C
was studying
D
were studying

Slide 19 - Quiz

Luke ........
(read) at three o'clock.

Slide 20 - Open question

I ........
(work) at three o'clock.

Slide 21 - Open question

We .......
(travel) to London at three o'clock.

Slide 22 - Open question