This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Welkom bij...
Schooljaar 2024 - 2025
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
Kennismaken en verwachtingen
Werkwijze biologie bespreken
Het PTA bekijken
Begin thema 8/9: Stofwisseling in de cel
Zelfstandig werken opdrachten 8.1/9.1
Slide 2 - Slide
Wie ben ik?
Wie zijn jullie? Wat zijn jullie interesses?
Slide 3 - Slide
Werkwijze Biologie
Je hebt altijd bij je:
Laptop (met lader en oortjes)
Biologieboek
Schrift voor aantekeningen
Rekenmachine
Pen, potlood, liniaal en geodriehoek
Mobiel in de tas!
Slide 4 - Slide
Dat je spullen bij je hebt (zie vorige slide)
Dat je huiswerk maakt
Dat je meedoet aan de les
Ik verwacht van je:
Slide 5 - Slide
Wat verwachten jullie van mij?
Slide 6 - Mind map
Paragraaf 8.1/9.1: Chemie in cellen
Slide 7 - Slide
Lesdoelen
1. Je kunt omschrijven wat stofwisseling, assimilatie en dissimilatie zijn en wat er bij deze reacties met de energie gebeurt.
Slide 8 - Slide
In de voorgaande jaren was de definitie van stofwisseling: wisseling van stoffen. Wat is volgens het boek de definitie?
Slide 9 - Open question
Voorkennisvraag: Welke van deze stoffen is anorganisch?
A
B
C
D
Slide 10 - Quiz
Organisch
Anorganisch
CO2
Glucose
Eiwit
N2
H2O
DNA
Zetmeel
Slide 11 - Drag question
Slide 12 - Slide
Waarom moet ik het verschil tussen organisch en anorganisch weten?
Dit heeft te maken met energie.
Het maken van een C-H binding (die veel in organische stoffen zitten) kost veel energie.
Deze energie wordt opgeslagen tussen deze bindingen. (= chemische energie)
Maar..Als deze bindingen losgekoppeld worden komt er ook veel energie vrij!
Bij anorganische stoffen heb je deze bindingen niet en dus ook geen/weinig energie.
Slide 13 - Slide
Nog wat voorkennis: Wat is ook alweer autotroof en heterotroof?
A
Autotroof: gebruikt CO2 en stoot het niet uit
heterotroof: verbruikt geen CO2 en stoot wel uit
B
Autotroof: kan uit organische stoffen energie halen
Heterotroof: kan uit anorganische stoffen organische stoffen maken
C
Autotroof: kan uit anorganische stoffen organische stoffen maken
Heterotroof: kan uit organische stoffen andere organische stoffen maken.
D
Autotroof: heeft geen zuurstof nodig
Heterotroof: heeft wel zuurstof nodig
Slide 14 - Quiz
Assimilatie:
De opbouw van energierijke stoffen uit andere stoffen noem je assimilatie
Glucose naar:
eiwitten
vetten
suiker
zetmeel
cellulose
Functie van assimilatieproducten:
Brandstoffen: leveren energie
Bouwstoffen: cellen, weefsel, herstel
Reservestoffen: bollen, knollen, zaden
Slide 15 - Slide
Assimilatie
Fotosynthese = koolstofassimilatie.
Voortgezette assimilatie
Slide 16 - Slide
assimilatie vs dissimilatie (assemble vs destroy)
Slide 17 - Slide
Schrijf in je schrift een uitleg over de onderstaande afbeelding.
Slide 18 - Slide
Energie door ATP
ATP is een soort accumolecuul
Door een P-groep van ATP af te splitsen ontstaat ADP en energie
Als energie bij een ander proces vrijkomt, kunnen ADP en P weer binden tot ATP
Dit proces heet fosforylering
Slide 19 - Slide
Assimilatie: vorming ATP
Dissimilatie: ATP omzetten naar ADP (energie komt vrij)
Slide 20 - Slide
Anorganische stoffen
Organische stoffen
Andere organische stoffen
Dissimilatie
Assimilatie
Voortgezette assimilatie
Slide 21 - Drag question
Het leerdoel van de les was: "Je kunt omschrijven wat stofwisseling, assimilatie, en dissimilatie zijn en wat er bij deze reacties met de energie gebeurt." Hoe sta jij in dit doel?
A
Ik snap er nog helemaal niks van.
B
Voorzichtig weet ik wat er bedoeld wordt, maar ik moet echt gaan oefenen.
C
Ik snap het best wel maar ik moet wel opgaven maken om het te onthouden.
D
Ik snap het helemaal. Geef mij maar wat moeilijker opgaven.