2GR week 35

2GR
Donderdag 2 september 
1 / 31
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2GR
Donderdag 2 september 

Slide 1 - Slide

Programma
1. herhaling alfabet+ Grieks schrijven 
2. bijzonderheden Grieks doornemen 
3. Grieks voorlezen
4. nominatief+accusatief 

Slide 2 - Slide

1. Herhaling alfabet+Grieks schrijven

Slide 3 - Slide

Het alfabet af... 

Slide 4 - Slide

Zet om naar een Nederlands woord:
δραμα

Slide 5 - Open question

Zet om naar een Nederlands woord:
θεατρον

Slide 6 - Open question

Een spiritus asper
A
geeft een h klank voor de klinker
B
geeft een h klank na de klinker
C
geeft geen h klank
D
ik zou het niet weten

Slide 7 - Quiz

de iota subscriptum staat
A
onder lange klinkers
B
boven lange klinkers
C
achter korte klinkers
D
boven korte klinkers

Slide 8 - Quiz

Hoe spreek je het volgende woord uit: ἰζω?
A
hidzoo
B
hiksoo
C
idzoo
D
iksoo

Slide 9 - Quiz

Hoe spreek je het volgende woord uit: οὑ?
A
hoe
B
hou
C
oe
D
ou

Slide 10 - Quiz

apoloola
A
ἀπολολα
B
ἀπολωλα
C
ἁπολολα
D
ἀπολωλα

Slide 11 - Quiz

authis
A
ἀυθις
B
αὐθις
C
αὐθισ
D
ἁυτις

Slide 12 - Quiz

De naam van de letter Χ is
A
phi
B
chi
C
psi
D
ksi

Slide 13 - Quiz

hoe spreek je dit Grieks woord uit?
ὁρᾳ

Slide 14 - Open question

Wat is de kleine letter van Δ ?
A
α
B
δ
C
σ
D
ο

Slide 15 - Quiz

Bijzonderheden Grieks schrijven 
-spiritus
-tweeklanken
-iota subscriptum
-'ng'-klank
-leestekens
-'rei'-regel

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

'ng'-klank
γκ
γγ
γχ
->allemaal uitspreken als 'ng' 


Slide 23 - Slide

Dus bijvoorbeeld: 
βρόγχος 
spreek je uit als 
'bronchos'

Slide 24 - Slide

Hoe spreek je ἀναγκάζω uit?

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide

'rei'-regel
Vóór de uitgang van vrouwelijke woorden staat een RHO, EPSILON, of IOTA?
Dan kan er NOOIT een ÉTA achteraan komen. In plaats daarvan komt er altijd een ALFA.

Slide 27 - Slide

Voorbeeld: 
θυρ-α

Slide 28 - Slide

Grieks voorlezen
p. 290 

Slide 29 - Slide

Nominatief en accusatief
opg. p 291-2

Slide 30 - Slide

Reflectie
Wat heb je deze lessen geleerd?

Slide 31 - Slide