- Herhaal je mening over het onderwerp, geef een samenvatting van je argumenten
- Gebruik de signaalwoorden die een conclusie aangeven: dus/kortom/dan..ook
- bijv:
Kortom, alle leerlingen moeten vanaf nu zonder telefoon naar bed. Zo zijn ze de volgende dag meer uitgerust, lezen ze weer vaker een boek en letten ze beter op tijdens de lessen op school wat weer leidt tot betere cijfers! En dat wil toch iedereen?