This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Fictieopdracht Boek
Slide 1 - Slide
Beeld 1: Kies een beeld dat wat zegt over de plaats waar jouw verhaal zich afspeelt.
Beeld 2: Kies een beeld dat wat zegt over de tijd waarin het verhaal zich afspeelt.
Beeld 3: Kies een beeld dat wat zegt over het thema van het boek.
Beeld 4: Kies een beeld dat wat zegt over de hoofdpersoon of een ander belangrijk personage in het verhaal.
Beeld 5: Kies een beeld dat past bij wat jij geleerd hebt door dit boek.
Opdracht bij ieder beeld ( plaatje)
Slide 2 - Slide
Beeld 1: Kies een beeld dat wat zegt over de plaats waar jouw verhaal zich afspeelt.
In welke situatie speelt het verhaal zich af: in een stad, dorp, straat, land of op een andere planeet?
Slide 3 - Slide
Waar speelt het verhaal zich af in jouw leesboek?
Slide 4 - Open question
Beeld 2: Kies een beeld dat wat zegt over de tijd waarin het verhaal zich afspeelt.
Wanneer speelt dit verhaal zich af in het verleden/heden/toekomst?
Is het in de verledentijd of tegenwoordige tijd geschreven?
Worden er sprongen in de tijd gemaakt (naar het verleden of naar de toekomst?).
In welke periode speelt het verhaal (bijv. WO 2, toekomst)?
Slide 5 - Slide
Je maakt de fictieopdracht. Kies je dan eerst het beeld of ga je eerst de vraag beantwoorden door een tekst te schrijven? Leg je antwoord uit.
Slide 6 - Open question
Beeld 3: Kies een beeld dat wat zegt over het thema van het boek.
Wat is het hoofdthema van het boek? Waar gaat het over: vriendschap, liefde, ziekte, vertrouwen of….?
Slide 7 - Slide
Hoe kom je erachter wat het thema is van jouw boek?
Slide 8 - Open question
Met het thema van het verhaal wordt iets anders bedoeld dan het onderwerp. Een onderwerp kan bijvoorbeeld ‘pesten’ of ‘liefde’ zijn, maar in het thema zit altijd een boodschap verborgen.
Een thema bij het onderwerp pesten kan bijvoorbeeld zijn ‘Je moet iedereen in zijn waarde laten’ of ‘Wat kan het effect zijn van ‘grapjes’ met anderen?’
Een thema bij het onderwerp liefde kan zijn ‘hoeveel mag je van iemand houden’ of ‘Is liefde altijd goed voor je?’
Slide 9 - Slide
Het thema van een verhaal bepalen is niet makkelijk en je moet over het hele verhaal nadenken om erachter te komen wat het thema van het verhaal is.
Om het thema te bepalen kun je jezelf de volgende vragen stellen:
· Wat is de ‘wijze les’ van het verhaal?
· Wat wil de schrijver je meegeven over het onderwerp?
· Met welk probleem (gevoel/gedachte) zit de hoofdpersoon?
· Wat ontdekt de hoofdpersoon over het onderwerp? Verandert hij/zij van mening in de loop van het verhaal?
Zegt het boek iets over een universeel (voor iedereen geldend) probleem?
Laatste punt; het thema is nooit één woord, maar altijd een kort zinnetje.
Slide 10 - Slide
Wat is het thema van jouw boek?
Slide 11 - Open question
Beeld 4: Kies een beeld dat wat zegt over de hoofdpersoon of een ander belangrijk personage in het verhaal.
Wie is de hoofdpersoon of hoofdpersonen. Wat voor types zijn het, welke karaktereigenschappen hebben zij?
Slide 12 - Slide
Hoofd- en bijfiguren zijn personages in een roman of verhaal.
We maken onderscheid tussen karakters en types
Van een karakter kom je veel over zijn gevoelens en gedachten te weten.
Een karakter maakt een ontwikkeling door.
Types leer je oppervlakkig kennen en vooral het uiterlijk wordt beschreven.
Slide 13 - Slide
Is de hoofdpersoon in jouw leesboek een type of een karakter?
Slide 14 - Open question
Beeld 5: Kies een beeld dat past bij wat jij geleerd hebt door dit boek.
Is het een interessant, leerzaam, grappig of tragisch boek? Probeer dit toe te lichten
Slide 15 - Slide
Naast deze vijf beelden met uitleg, geef je ook een titelverklaring. Waarom heeft de schrijver deze titel gekozen?
Als laatste geef je je mening over het boek en je gebruikt daarbij minstens twee beoordelingswoorden (zie volgende slide). Onderbouw je mening met minstens twee argumenten met voorbeelden uit het boek.
Slide 16 - Slide
Beoordelingswoorden
Waardevol waardeloos
Moeilijk makkelijk
Overzichtelijk onoverzichtelijk
Ontroerend niet ontroerend
Mooi lelijk
Sfeervol sfeerloos
Vlot verteld langdradig
Indrukwekkend niet indrukwekkend
Realistisch onrealistisch
Opgewekt zielig
Slide 17 - Slide
Tip
Verdeel het werk en wacht niet tot het laatste moment om alles te doen!
Slide 18 - Slide
leerling 1
leerling 2
leerling 3
leerling 4
leerling 5
maandag 13 februari
Gwen
Tess
Jesse
Sepp
Esther
maandag 13 februari
Thomas
Elina
Fatih
Levi
dinsdag 14 februari
Stan
Lana
Shams
Britt
woensdag 15 februari
Florian
Thijs
Sandra
Isa
woensdag 22 februari
Lieve
Noor
Finn
Damon
woensdag 22 februari
Ryan
Mees
Sophie
Sem
Matthis
Slide 19 - Slide
Opdracht: Vertel met woorden en beelden over het boek dat je hebt gelezen.
Slide 20 - Slide
Inleiding
Je stelt jezelf voor en je noemt de aanleiding van je presentatie.