Ravj H4.4

Welkom
4 MAVO ||  2022-2023

Hoofdstuk 4 - Werk aan de winkel!
Exameneenheid arbeid en productie

1 / 21
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom
4 MAVO ||  2022-2023

Hoofdstuk 4 - Werk aan de winkel!
Exameneenheid arbeid en productie

Slide 1 - Slide

Programma
  • Aan de slag 10 minuutjes
  • Herhaling
  • Hoofdstuk 4.4
  • Lesdoelen
  • Theorie
  • Aan de slag
  • Evaluatie

Slide 2 - Slide

Benoem de 4 productiesectoren. Geef van elke sector een voorbeeld

Slide 3 - Open question

Productiesectoren
In onze samenleving vinden arbeid en productie plaats in de volgende vier productiesectoren:
  1. Primaire sector: Landbouw, visserij en delfstoffenwinning
  2. Secundaire sector: Industrie, bouw en ambachten
  3. Tertiaire sector: Commerciële dienstverlening
  4. Quartaire sector: Niet-commerciële dienstverlening





Slide 4 - Slide

Leg uit wat er wordt bedoeld met een 'krappe arbeidsmarkt'

Slide 5 - Open question

Krappe arbeidsmarkt
  • Er is veel vraag naar producten
  • Bedrijven hebben extra personeel nodig (werkgelegenheid stijgt)
  • Bedrijven komen bijna niet aan personeel
  • Bedrijven lokken personeel door bijvoorbeeld hoge salarissen

  • Oftewel werkgevers kunnen bijna geen mensen vinden. Werknemers kunnen ‘werken waar ze willen’



Slide 6 - Slide

Er zijn veel redenen waarom iemand werkloos kan zijn. Schrijf alle redenen die je kan bedenken op.

Slide 7 - Open question

Lezen bladzijde 118

Slide 8 - Slide

Gevolgen werkloosheid
De gevolgen van werkloosheid zijn groot.
  • Als je ontslagen bent, verlies je (een deel van) je inkomen.
  • Je mist de contacten die je had door je werk.
  • Als het lang duurt, word je misschien onzeker of je kunt je nutteloos gaan voelen.
  • Door hoge werkloosheid kan er sociale onrust ontstaan.
  • Werkloosheid kost de samenleving geld, want voor de uitkeringen betalen we allemaal sociale premies en belastingen.


Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Soorten werkloosheid
  • Conjuncturele werkloosheid
  • Werkloosheid die het gevolg is van een daling van de vraag naar goederen en diensten door vermindering van koopkracht.

  • Structurele werkloosheid
  • Werkloosheid als gevolg van veranderingen in de aanbodkant van de economie.


Slide 11 - Slide

Oorzaken conjuncturele werkloosheid
Conjuncturele werkloosheid ontstaat als de vraag naar goederen en diensten afneemt door dalende bestedingen.
Deze vorm van werkloosheid verdwijnt weer als het beter gaat met de economie.


Slide 12 - Slide

Hoe kan de overheid de conjuncturele werkloosheid bestrijden?

Slide 13 - Open question

Hoe kunnen bedrijven de conjuncturele werkloosheid bestrijden?

Slide 14 - Open question

Loonprijsspiraal

Slide 15 - Slide

Oorzaken structurele werkloosheid
Structurele werkloosheid ontstaat als de aanbieders van producten blijvende veranderingen doorvoeren, zoals:
  • robots en machines inzetten in plaats van mensen
  • de productie verplaatsen naar lagelonenlanden
  • stoppen met het maken van verouderde producten
  • hun bedrijf reorganiseren
  • Ook als het aanbod van arbeid niet past bij de vraag naar arbeid:
  • werkzoekenden hebben niet de juiste opleiding voor de beschikbare vacatures


Slide 16 - Slide

Nog meer soorten werkloosheid
  • Deze soorten werkloosheid kunnen tegelijkertijd voorkomen met conjuncturele of structurele werkloosheid:
  • Frictiewerkloosheid
  • Kortdurende werkloosheid omdat je even tijd nodig hebt om een nieuwe baan te vinden.

  • Seizoenswerkloosheid
  • Werkloosheid die ontstaat doordat bepaald werk alleen maar in een deel van het jaar verricht kan worden.

  • Regionale werkloosheid
  • Werkloosheid die in bepaalde gebieden hoger is dan gemiddeld in het land.



Slide 17 - Slide

Verborgen werkloosheid
Soms is er sprake van verborgen werkgelegenheid.
Er is dan wel werk te doen, maar dat levert geen banen op in de formele sector.
Werkervaring, vrijwilligerswerk en zwartwerken zijn voorbeelden van verborgen werkgelegenheid.


Slide 18 - Slide

Werkloosheid verminderen
  • Meer werkgelegenheid is nodig om de werkloosheid te laten dalen.
  • Om de productie te laten groeien en om meer te kunnen exporteren, moeten bedrijven hun concurrentiepositie verbeteren. Ze moeten dan goedkoper produceren of vernieuwend zijn.

  • Ook investeringen leveren werkgelegenheid op.

  • Als de koopkracht van consumenten toeneemt, nemen hun bestedingen toe en stijgt de werkgelegenheid.



Slide 19 - Slide

Loonmatiging
  • Overheid en bedrijven hebben liever loonmatiging.
  • Dat betekent dat de lonen niet of weinig stijgen.
  • Als de lonen stijgen, hebben werknemers meer inkomen en kunnen ze meer besteden. Dat is goed voor de werkgelegenheid.
  • Voor de werkgevers betekent loonstijging hogere kosten. Die berekenen ze door in de prijzen van hun producten. Als de prijzen stijgen, verkopen ze minder. Dat is slecht voor de werkgelegenheid.


Slide 20 - Slide

Aan de slag
Maken 4.4
Zachtjes overleggen! / Aan docent vragen
Klaar? Nakijken, of 4.3 afmaken
Niet af? Huiswerk!
Tot 5 minuten voor tijd


Slide 21 - Slide