5.4: voet - voeten, lip - lippen

2. Schrijf het woord.
1 / 15
next
Slide 1: Open question
NT2Middelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2. Schrijf het woord.

Slide 1 - Open question

This item has no instructions

5.4: voet - voeten, lip - lippen

Aan het einde van de les kan jij van sommige woorden de meervoud opschrijven en zeggen.  

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

wat gaan we doen?
Herhaling
Uitleg
Taalcompleet boek + laptop
Afsluiten

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Is dit een arm?
A
Ja, dit is een arm.
B
Nee, dit is geen arm.

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

arm
buik
oog
mond
wang

Slide 5 - Drag question

Wat hoort bij het gezicht, wat hoort verder bij het lichaam?
1. Schrijf het woord.

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

4. Schrijf het woord.

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Het meervoud
Eén is enkelvoud
Twee of meer is meervoud

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Meervoud

Meervoud kan met -en of met -s.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Zo maak je het meervoud:
één voet - twee voeten
één wang - twee wangen
één arm - twee armen
één tand - tien tanden
Je maakt het meervoud vaak met -en

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

MEERVOUD met -S
Soms maak je het meervoud anders. 
 Na -e, -el, -en en -er schrijf je een -s in het meervoud.

één meisje - twee meisjes
één sleutel - twee sleutels
één jongen - drie jongens
één dokter - vier dokters

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat is het meervoud van bord?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Wat is het meervoud van taart?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Wat is het meervoud van kip?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Wat is het meervoud van vinger?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions