What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
10 voor taal
1 / 31
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4
This lesson contains
31 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
5 videos
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Wat is een 'Mama appelsap'?
A
een beker appelsap
B
een mondegreen
C
een liedje
D
Een songtekst waar het woord appelsap in voorkomt.
Slide 3 - Quiz
A
appels
B
Mandarijnen
C
sinaasappels
D
tomaten
Slide 4 - Quiz
Kies de juiste spellingswijze:
A
taai-taai
B
taaitaai
C
taataai
D
tataai
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Slide
Hans ................ (krabben) de ruiten van zijn auto.
A
krabde
B
krabte
C
krieb
D
krapte
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
Het werkwoord 'verlaten' is een
A
sterk werkwoord
B
zwak werkwoord
C
lidwoord
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Slide
Voer hier je oplossing van de rebus in:
Slide 11 - Open question
Hoe spel je dit ZN wél (als we het hebben over een fysieke aanval op een tegenstander om de bal te bemachtigen)?
A
tekkel
B
teckel
C
teckle
D
tackle
Slide 12 - Quiz
A
grote
B
boek
C
Sinterklaas
D
schrijft
Slide 13 - Quiz
albe
mijter
staf
Slide 14 - Drag question
Op dit getal onder de
30 rijmt niks.
timer
0:12
Slide 15 - Open question
0
Slide 16 - Video
Welk woord past er tussen?
(stoep.................................pak)
A
tegel
B
rand
C
markering
D
krijt
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Video
Wat past ertussen?
(stoel...............................................laken)
A
bed
B
poot
C
hoes
D
bekleding
Slide 19 - Quiz
Klopt
dit?
Ja?
of
nee?
Slide 20 - Slide
Klopt dit?
A
Ja
B
Nee
Slide 21 - Quiz
A
Sinterklaas Kapoentje
B
Sinterklaas is jarig
C
Zie ginds komt de stoomboot
D
Dag Sinterklaasje
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Slide
De beamer zeg: "ja klopt". Hoe spreek je het werkwoord uit waar ze in deze cartoon op doelen?
A
"biemeren"
B
"biemen"
C
"be-amen"
D
"bee-aamen"
Slide 24 - Quiz
Welk spreekwoord wordt hier uitgebeeld?
Slide 25 - Slide
Wat betekent dit spreekwoord?
A
Lekker losgaan.
B
Hij zit als een muis in de val. (In de val zitten.)
C
Samen iets maken voor de ander.
D
Zonder toezicht doen waar je zin in hebt.
Slide 26 - Quiz
Slide 27 - Video
(Maak de zin af)
"dat..............................................................."
A
dat smaakt, ja echt, zo heerlijk, in de zonneschijn!
B
zijn van die momenten, wat is het leven fijn!
C
geeft een lekker feestgevoel, wat is het leven fijn!
D
maakt me vrij als een dolfijn!
Slide 28 - Quiz
Slide 29 - Video
Winnaar Taalvoutjes 2020
Slide 30 - Slide
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 31 - Poll
More lessons like this
10 voor taal
January 2023
- Lesson with
33 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4
10 voor taal
March 2023
- Lesson with
18 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4
10 voor taal
February 2024
- Lesson with
21 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4
10 voor taal
October 2023
- Lesson with
22 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4
Spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegden
July 2023
- Lesson with
25 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegden
April 2023
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegdes
May 2021
- Lesson with
37 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Taalbeschouwing blok 1
September 2023
- Lesson with
10 slides
Taal
Primary Education