12.3 Soorten veranderen

12.3 Soorten veranderen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

12.3 Soorten veranderen

Slide 1 - Slide

Welkom!
Programma 12.3
1. Zelfstandig werken
2. Opdrachten bespreken
3. Starten met paragraaf 12.3 
4. Zelfstandig werken

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Even herhalen...

Slide 4 - Slide

Dominante overerving
Als je homozygoot voor de ziekte of heterozygoot bent, dan heb je de ziekte.

Slide 5 - Slide

Een man en een vrouw hebben allebei de ziekte van Huntington (dominante overerving). Ze hebben al een gezonde dochter samen gekregen. Hoe groot is de kans dat hun volgende kind ook gezond is?
A
100%
B
50%
C
25%
D
0%

Slide 6 - Quiz

Twee ouders zijn drager van een recessief overervende ziekte. Zij zijn in verwachting van een kind. Hoe groot is de kans dat dit kind ook drager is?
A
100%
B
50%
C
25%
D
0%

Slide 7 - Quiz

Uitleg vraag
Allelen: F= gezond en f=ziek, want recessief overervend en drager mogelijk.
P-generatie fenotype: drager x drager= heterozygoot x heterozygoot
P-generatie genotype: Ff x Ff
F1 (nakomelingen) genotype: FF, Ff, Ff en ff
Antwoord: drager als Ff; dit is 2 op de 4, dus 50%.


Slide 8 - Slide

12.3 Leerdoelen
  • Je weet hoe lang er al leven is op aarde.
  • Je kunt benoemen waaraan je kunt zien dat soorten aan elkaar verwant zijn. 
  • Je kunt oorzaken benoemen waardoor soorten veranderen.
  • Je kunt uitleggen hoe nieuwe soorten ontstaan.

Slide 9 - Slide

EVOLUTIE
De ontwikkeling op aarde waarbij soorten (langzaam) veranderen  en er nieuwe soorten ontstaan 
Aantekeningen

Slide 10 - Slide

Hoelang is er al leven
 op aarde?
De aarde is ong.  4.5 miljard jaar oud 

-> Geen leven op aarde
-> Geen zuurstof in lucht, maar mengsel van gassen uit vulkanen. 


Slide 11 - Slide

Hoelang is er al leven op aarde?
1e organismen: cyanobacteriën (blauwalg),  ontstonden 3,5 miljard jaar geleden in water
en kunnen (net als planten) zuurstof maken.
daarna: 
algen en dieren in water (geen leven op land)
en toen:
Uv-straling schadelijk-> Door zuurstof (van de cyanobacteriën) ontstaat er ozon (door reactie met UV) -> Ozon beschermt UV -> Leven op aarde


Slide 12 - Slide

Minder UV-straling
-> ook leven op land
1ste planten:  algen, daaruit andere groepen.

1ste dieren: ongewervelden; kwallen, zeesterren. Later duizendpoten, insecten. 
Toen mét wervelkolom; vissen, amfibieën, reptielen, vogels, zoogdieren (wij!)

Slide 13 - Slide

Cyanobacteriën waren de eerste organismen op aarde. Waarom waren ze zo belangrijk voor het ontstaan van andere organismen?
A
Ze produceren zuurstof
B
Ze produceren zonlicht
C
Ze produceren koolstofdioxide
D
Ze produceren water

Slide 14 - Quiz

Waardoor werd leven op land mogelijk?
A
De temperatuur ging omlaag
B
Er kwam genoeg zuurstof in de lucht
C
De dieren kregen poten
D
Er kwam minder UV-straling op de grond

Slide 15 - Quiz

Hoe oud schatten wetenschappers onze aarde?

Slide 16 - Open question

Verwantschap
Verwantschapsschema:
schema met afstamming van verworven soorten en hun uitgestorven voorouders  

Gemeenschappelijke voorouder: soort waaruit verschillende soorten zich ontwikkeld hebben  
- soorten met recent gemeensch.voorouder staan dicht bij elkaar in schema: zijn verwant
Verwant:
Dieren die verwant zijn, tonen veel overeenkomstige kenmerken, door recente gemeensch.voorouder. 

Slide 17 - Slide

Ongewervelden (zonder wervelkolom) vs Gewervelden (mét wervelkolom).
Verwantschap tussen gewervelden - er zijn steeds nieuwe kenmerken ontstaan

Slide 18 - Slide

Leg in je eigen woorden uit wat 'verwant' betekent.

Slide 19 - Open question



Soort B toont het meeste verwantschap met
soort: A of C?
A
A
B
C

Slide 20 - Quiz

Vissen behoren tot de .....
A
gewervelden
B
ongewervelden

Slide 21 - Quiz

Zelfstandig werken

Slide 22 - Slide