3TB - Lezen

Hoofdstuk 4
Lezen

Ga zitten op je plaats
Pak je spullen
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 4
Lezen

Ga zitten op je plaats
Pak je spullen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we 
vandaag doen?
  • Stil lezen 15 (15 min).

  • Uitleg over verbanden en signaalwoorden

  • Zelfstandig aan het werk

  • De les afsluiten

Slide 2 - Slide

De vorige les:
Vakantie!!!!!!

Is voorbij :(

Slide 3 - Slide

De komende lessen:
Gaan we aan de slag met Lezen en woordenschat. 

Op 29-5 staat de leestoets ingepland.

De cijfers van de voorgaande toets komen deze week online.

Slide 4 - Slide

Dit kan/ken ik aan het einde van deze les:
  • Ken je de drie soorten tekstverbanden;


Slide 5 - Slide

Een signaal
Stel je voor: Je hebt rijles, en je rij-instructeur vraagt je een straat in te rijden. Je ziet het onderstaande verkeersbord.

Slide 6 - Slide

Dit zijn signaalwoorden
Net zoals een telefoon je een signaal stuurt, en verkeersborden iets vertellen over de verkeerssituatie hebben we woorden die ons iets vertellen over een tekst. 

Deze woorden heten 'signaalwoorden'.

Slide 7 - Slide

Dit zijn signaalwoorden
Er zijn verschillende soorten signaalwoorden:

We hebben signaalwoorden die ons iets vertellen over tijd; 

We kennen ook de oorzaak-gevolg signaalwoorden;

En tot slot hebben we de voorwaarde.

Slide 8 - Slide

Dit zijn signaalwoorden
Tijdsvolgorde:
Vroeger, later, nu, eerst, daarna, vervolgens, nadat, dadelijk, terwijl, intussen, tijdens, inmiddels, sinds.

Slide 9 - Slide

Dit zijn signaalwoorden
Tijdsvolgorde:
Vroeger, later, nu, eerst, daarna, vervolgens, nadat, dadelijk, terwijl, intussen, tijdens, inmiddels, sinds.

Bedenk een zin met een tijdsvolgorde.

Slide 10 - Slide

Dit zijn signaalwoorden
Oorzaak-gevolg
Daardoor, doordat, zodat, de oorzaak hiervan is, waardoor, ten gevolge van.

Bijvoorbeeld:
Doordat Fabian honger had, ging hij een kroket kopen, zodat zijn honger was gestild.

Bedenk een zin met een oorzaak-gevolg.

Slide 11 - Slide

Dit zijn signaalwoorden
Oorzaak-gevolg
Daardoor, doordat, zodat, de oorzaak hiervan is, waardoor, ten gevolge van.

Bedenk een zin met een oorzaak-gevolg signaalwoord. 

Slide 12 - Slide

Dit zijn signaalwoorden
Voorwaarde
Als ..., (dan), indien, tenzij, mits

Als je een vraag hebt, dan steek je je vinger op.

Slide 13 - Slide

Dit zijn signaalwoorden
Voorwaarde
Als ..., (dan), indien, tenzij, mits

Als je een vraag hebt, dan steek je je vinger op.

Maak een zin met het signaalwoord van een voorwaarde. 

Slide 14 - Slide

Dit zijn signaalwoorden
Is het echt zo gemakkelijk?

Ja, alleen het slechte nieuws; je zal ze echt moeten leren. 

Slide 15 - Slide

Aan de slag met:
  • H4 Lezen

Hoe? Per stencil, in tweetallen.

Vragen:
Ik loop door het lokaal om je vraag te beantwoorden. Ik kom vanzelf bij je 
langs.

Wat te doen als je klaar bent:
  • H4 Lezen opdracht: 1, 2
  • Bekijken beoordeling presenteren


Voor hoe lang?




Groen: Overleggen met je klasgenoten mag. Heb je vragen? Wacht op de docent, of vraag je klasgenoot.
Oranje: We werken op fluisterniveau, vragen? Wacht op de docent.
Rood: We zijn stil aan het werk. Je vragen mag je op een later moment stellen.



timer
1:00

Slide 16 - Slide

Na vandaag:
  • Ken je drie nieuwe soorten tekstverbanden en de bijbehorende signaalwoorden

  • En nagekeken.

Slide 17 - Slide

Na vandaag:
  • Wie weet nog welke tekstverbanden we vandaag hebben behandeld?
  • Wie kan de daarbij behorende signaalwoorden benoemen?

Slide 18 - Slide

De volgende les:
Gaan we aan de slag met hoofdstuk 5 Lezen.

De toets lezen staat op woensdag 29-5 ingepland. 

Slide 19 - Slide