2vwo, les 13 deel in, wat gaan we eten?

你们好!
  • Zodra het stil is en alle spullen van tafel zijn deel ik de toetsen uit (tafels leeg).
  • We bespreken de belangrijkst gemaakte fouten klasssikaal. 
  • Individuele vragen mag je stellen als ik de toetsen weer op kom halen.
1 / 27
next
Slide 1: Slide
ChineesMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with text slides.

Items in this lesson

你们好!
  • Zodra het stil is en alle spullen van tafel zijn deel ik de toetsen uit (tafels leeg).
  • We bespreken de belangrijkst gemaakte fouten klasssikaal. 
  • Individuele vragen mag je stellen als ik de toetsen weer op kom halen.

Slide 1 - Slide

Toets, opdracht 1 - de kloktijden
  • 2:15: 点一刻/十五分(钟)
  • 3.12: 三点十二分。(12 = niet 2, dus een ander getal. dus geen 两).
  • 22:36: twaalfuursnotatie, dus niet 二十二,maar gewoon: 点。。。
  • 4.45 = 四点四十五分(钟),of: 四点三刻。
  • Half een: 十二点半  (niet: 三十分)
  • Karakterfoutjes! 分,八, 点 (verhoudingen van karakters zijn belangrijk!)。

Slide 2 - Slide

Opdracht 2, vertalen naar NLs
  • 有没有 = vraag stellen. Vertaling: Heeft jouw zus een vriendje?  Dus niet: heeft jouw zus niet een vriendje?, of heeft jouw zus wel of niet een vriendje?
  • Denk ook aan je Nederlandse spelling: Mijn vader vindt katten leuk, >> hij + stam + t! (tegenwoordige tijd!), en: mijn moeder (bezittelijk!) dus niet me moeder! (dan bloedt mijn taalhart!)

Slide 3 - Slide

Opdracht 3:
1. B
2. B
3. C
4. A
5. D

Slide 4 - Slide

Opdr. 4: zet ze in de juiste volgorde
  1.  4,2,1,5,6,3. ; of: 4, 1, 5, 6, 2, 3. (niet ideaal, maar wel goed)
  2.  3,4,2,1.
  3. 4,3,1,2,5.
  4.  1,5,2,6,4,3., of: 2,5,1,6,4,3.                                                      Of: Per ongeluk goed (hebben jullie nog niet gehad): 6,4,3,1,5,2.
  5.  3,5,4,6,2,1., of: 3,1,4,6,2,5.

Slide 5 - Slide

Opdr. 5: Vertaal naar Chinese zinnen.
  1. 我(的)家有五个人。Let op dakje van 家, schrijven van 有, en schrijven van 五。
  2. 我有妹妹,可是我没有弟弟。(Vergeet 可是 niet)
  3. 你有两只猫和/,三只狗。
  4. 你的手机号码是什么?(vergeet 是niet)
  5. 谁是荷兰人?Let op schrijfwijze 谁, 4 horizontale streepjes! 
  6. Denk bij je karakters ook aan de verhoudingen!

Slide 6 - Slide

Opdr. 6: beantwoord de vragen
  1. Nederland
  2. Vader, moeder, zus, broertje en lili zelf (5 mensen).
  3. Waar
  4. Waar
  5. Geschiedenis

Slide 7 - Slide

Toets ophalen
  • Ik haal je toets op
  • Stel dan nog gerust je individuele vragen

  • Op tafel: je werkboek, open op bladzijde 65
  • We gaan het hebben over eten!

Slide 8 - Slide

Belangrijke data!
  • 20 november: werkboek inleveren, les 9-12. Telt 1 keer mee.

  • In de week van 7 decemberEen video inleveren, met een restaurant-spreekopdracht erin. In tweetallen en eventueel drietallen.


Slide 9 - Slide

Eten in China: wat zijn de verschillen?

Slide 10 - Slide

Eten in China
  • Grote ronde tafel
  • Je deelt gerechten in plaats van dat ieder een gerecht voor zichzelf heeft
  • Je eet met stokjes
  • Uit eten is een bindmiddel om aan de relatie te werken
  • Chinees eten is gastronomisch gezien hoogstaand: er zit veel gelaagdheid in
  • Andere etiquette, bijvoorbeeld bord vol vs. bord leeg.

Slide 11 - Slide

生词: open je boek op blz. 65.
  • 吃饭, chīfàn, eten.
  • 吃, chī, eten.
  • 饭, fàn, voedsel.
  • Achter 吃 komt lijdend voorwerp. 吃 +牛肉 (chī + niúròu) 🐂.
  • Achter 吃饭 chīfàn komt niets meer, omdat 饭, fàn al een lijdend voorwerp is. In Chinees niet 2 x lijdend voorwerp.

Slide 12 - Slide

生词
  • 吃, chī = eten
  • 好吃, hǎochī = lekker (van eten). Let op: vertaling = lekker. Dus niet, lekker eten!

  • 喝,hē = drinken
  • 好喝, hǎohē = lekker (van drinken). Let op: vertaling = lekker. Dus niet: lekker drinken!

Slide 13 - Slide

生词
  • 米饭,Mǐfàn, rijst. (饭, fàn soms ook gebruikt voor rijst)
  • 包子, bāozi, een gestoomd deegbroodje met vulling erin.
  • 面包, miànbāo, brood. 
  • 面,miàn, noodles
  • 牛,niú, koe
  • 肉, ròu, vlees
  • 茶,chá, thee

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Extra, maar handig voor je mondeling!
  • 咖啡,kāfēi, koffie (leenwoord)
  • 鸡肉, jīròu, kip
  • 牛奶,niúnǎi, (koe)melk

Slide 16 - Slide

Klassewoorden voor dieren
  • Waar gebruik je klassewoorden ook alweer voor?

  • 只 / zhī: bij de meeste dieren. 一只猫, yì zhī māo, een kat.
  • 头/ tóu: voor vee. 一头牛,yì tóu niú, een koe. 
  • 条/tiáo: voor vissen en insecten (lange beesten): 一条鱼, yì tiáo yú, een vis. 
  • 匹/pǐ: voor paarden: 一匹马, yì pǐ mǎ, een paard.

Slide 17 - Slide

Extra, maar handig voor je mondeling!
  • 羊肉, yángròu, lamsvlees
  • 羊肉串儿, yángròuchuànr
  • 烤鸭,kǎoyā, Pekingeend
  • 公斤,gōngjīn, kilo

Slide 18 - Slide

Uitspraak
  • Ik zeg het voor, jullie zeggen mij na
  • Daarna zeg ik het voor en kunnen jullie het fonetisch opschrijven (als je wil)

Slide 19 - Slide

Aan de bak!
  • Dialoog vertalen (bladzijde 66 en 67)
  • Maken opdracht 1 en 3 (bladzijde 70)
  • Eerder klaar? Maak alvast opdracht 5 (bladzijde 71).

Werk snel door, want we kijken het zo gelijk na!
timer
10:00

Slide 20 - Slide

Nakijken dialoog 1
  1. Vlees
  2. Wat voor vlees?
  3. Ik hou van noodles
  4. Brood is lekker (let op met vertaling!)
  5. Wat vind jij lekker om te drinken? / Van wat voor drinken houd jij?
  6. Ik hou van koffie

Slide 21 - Slide

Nakijken dialoog 2
  1. Mama, wat eten we vandaag?
  2. We eten vandaag kip met rijst.
  3. Rijst is niet lekker.
  4. Oké, ik geef je baozi.
  5. Bedankt.

Slide 22 - Slide

Nakijken opdracht 1.
  1. 12.18 uur.
  2. 6.57 uur.
  3. 2.20 uur.
  4. 4.39 uur.
  5. 12.30 uur.

Slide 23 - Slide

Nakijken opdracht 3
1. I (i)         6. B.
2. E            7. C (🐶)
3. J             8. D.
4. G            9. A.
5. H            10. F.

Slide 24 - Slide

Karakters schrijven 
  • Open je boek op bladzijde 74 en 75
  • Schrijf mee
  • Heb je een vraag? Steek je hand op. 

Slide 25 - Slide

Aan de slag met het huiswerk:
  • De eerste 4 karaktervakken volschrijven (blz. 74 en 75).
  • Schrijf je lievelingsgerecht in karakters op in de lege vakjes op bladzijde 78. Je mag mdbg.net of nciku.com gebruiken om het eten op te zoeken.
  • Opdracht 5, 7 en 8 (blz. 71 - 72).

Slide 26 - Slide

Tot volgende week!

Slide 27 - Slide