SAMENVATTING STOFWISSELING EN SPIJSVERTERING

SAMENVATTING
  • STOFWISSELING
  • VOEDINGSSTOFFEN 
  • SPIJSVERTERING
1 / 33
next
Slide 1: Slide
anatomie en fysiologieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 33 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

SAMENVATTING
  • STOFWISSELING
  • VOEDINGSSTOFFEN 
  • SPIJSVERTERING

Slide 1 - Slide

STOFWISSELING = METABOLISME
Verdeling:

  • Assimilatie (anabolisme) = gelijkmaking van voedingsstoffen
  • Dissimilatie = verbranding/ontleding

Slide 2 - Slide

VERTERING VAN VOEDINGSSTOFFEN DOOR ENZYMEN
  • Koolhydraten (sachariden) door amylasen

  • Eiwitten (proteïnen)  door proteasen (pepsine)

  • Vetten (lipiden) door lipasen 

Slide 3 - Slide

WAARIN ZITTEN DE ENZYMEN?
  • Amylasen in speeksel, alvleessap en darmsap 

  • Proteasen in maagsap, alvleessap en darmsap 

  • Lipasen in maagsap (niet werkzaam) in alvleessap en darmsap

Slide 4 - Slide

START VERTERING
  • Van koolhydraten in de mond

  • Van eiwitten in de maag

  • Van vetten in de dunne darm 

Slide 5 - Slide

EINDPRODUCTEN VAN DE VERTERING
  • Van koolhydraten: glucose 

  • Van eiwitten: aminozuren 

  • Van vetten: glycerol en vetzuren 

Slide 6 - Slide

EINDPRODCUTEN VAN DE VERBRANDING VAN KOOLHYDRATEN (GLUCOSE)
  • Met zuurstof (aeroob): water en koolzuurgas

  • zonder zuurstof (anaeroob): melkzuur 

Slide 7 - Slide

EINDPRODUCTEN VAN DE VERBRANDING VAN EIWITTEN (AMINOZUREN):

  • Ureum
  • Urinezuur
  • Water
EINDPRODUCTEN VAN DE VERBRANDING VAN VETTEN (GLYCEROL EN VETZUREN):

  • Koolzuurgas
  • Water

Slide 8 - Slide

VERDELING VAN WATER IN LICHAAM
  • Ongeveer 40% intracellulair
  • Ongeveer 15% extracellulair
  • Ongeveer 5% in de bloedbaan 

Slide 9 - Slide

IN WATER OPLOSBARE VITAMINES:

  • B
  • C
IN VET OPLOSBARE VITAMINES:

  • A
  • D
  • E
  • K

Slide 10 - Slide

WERKING VITAMINE A
  • Antikeratiniserend

  • Reguleert de talgklierwerking

  • Nodig voor het maken van het schildklierhormoon 

Slide 11 - Slide

WERKING VITAMINE B
  • Belangrijk voor het zenuwstelsel

  • Vitamine B12 belangrijk voor het maken van rode bloedcellen 

Slide 12 - Slide

WERKING VITAMINE C:

  • Belangrijk voor maken van collageen

  • Voor maken van tussenstof

  • Voor de weerstand
WERKING VITAMINE E:

  • Voor doorbloeding van de huid

WERKING VITAMINE K:

  • Voor de bloedstolling

Slide 13 - Slide

MINERALEN
  • Kalium en natrium voor vochthuishouding
  • Calcium en fosfor voor beendervorming
  • Fluor, calcium en fosfor voor gebit
  • Jodium voor aanmaak schildklierhormoon
  • IJzer voor  aanmaak hemoglobine
  • Zwavel voor aanmaak aminozuren

Slide 14 - Slide

BOUW SPIJSVERTERINGSKANAAL
  • Mondholte
  • Keelholte
  • Slokdarm
  • Maag
  • Dunne darm
  • Dikke darm
  • Endeldarm
  • Anus 

Slide 15 - Slide

MONDHOLTE
Hierin zit:

  • Speeksel
  • Gebit
  • Tong
  • Huig

Slide 16 - Slide

KEELHOLTE
Hier kruisen de spijsverteringsweg en de luchtweg elkaar

Slide 17 - Slide

SLOKDARM
Geen vertering maar peristaltiek door kringspieren

Wand van binnen naar buiten:
  • Slijmvlies
  • Bindweefsel
  • Spierweefsel
  • Bindweefsel

Slide 18 - Slide

MAAG
  • Maagwand (slijmvlies, spierweefsel, bindweefsel)

  • Maagsap

  • Maagslijmvlies

Slide 19 - Slide

MAAGSAP
Gemaakt door maagsapklieren

In maagsap zit:

  • Water
  • Zoutzuur
  • Proteasen
  • Lipasen (niet werkzaam)

Slide 20 - Slide

MAAGSLIJMVLIES
  • Beschermt tegen zoutzuur 

  • Maakt een stof die nodig is voor de opname van vitamine B12

Slide 21 - Slide

DUNNE DARM
Wand van binnen naar buiten:

  • Slijmvlies
  • Spierweefsel
  • Bindweefsel

Slide 22 - Slide

TWAALFVINGERIGE DARM
Hierin komt:

  • Gal

  • Alvleessap

Slide 23 - Slide

DARMVLOKKEN
Hier worden verteerde voedingsstoffen opgenomen:

  • In bloed aminozuren en glucose
  • In chylvaten (speciale lymfevaten) chylus (vetten)

Slide 24 - Slide

DARMSAP
Gemaakt door darmsapklieren 

Hierin zitten alle spijsverteringsenzymen

Slide 25 - Slide

BLINDE DARM
Zit tussen de dunne darm en de dikke darm

Heeft een wormvormig aanhangsel = appendix

Slide 26 - Slide

DIKKE DARM
Bestaat uit:
  • Opstijgende tak
  • Dwars verlopende tak
  • Dalende tak

In de dikke darm zitten GEEN enzymen
Hier wordt zoveel mogelijk vocht onttrokken

Slide 27 - Slide

WAND DIKKE DARM VAN BINNEN NAAR BUITEN
  • Slijmvlies 

  • Spierweefsel 

  • Bindweefsel 

Slide 28 - Slide

COLIBACTERIËN
= darmflora

Functies:
  • Maken van vitamine B, E, K
  • Zorgen voor rotting en gisting
  • Zorgen voor vertering van cellulose
  • Bevorderen van darmperistaltiek

Slide 29 - Slide

ORGANEN DIE EEN ROL SPELEN BIJ DE SPIJSVERTERING
  • Lever 

  • Galblaas 

  • Alvleesklier 

Slide 30 - Slide

LEVER
  • Maakt gal 

  • Zet aminozuren om in lichaamseigen eiwitten = assimilatie

Slide 31 - Slide

GALBLAAS
  • Slaat gal op 

  • Geeft gal via de galbuis af aan de twaalfvingerige darm

Gal emulgeert vetten

Slide 32 - Slide

ALVLEESKLIER
Maakt alvleessap met daarin alle spijsverteringsenzymen

Geeft dit sap af via een buis aan de twaalfvingerige darm

Slide 33 - Slide