premier cours: le 2 à 6 septembre 2024

1 / 33
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Bonjour et bienvenu(e)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

e
Kennismaken met elkaar en met het lesvak Frans
Aan de slag met On y va!
Exercices 4b, 4d, 8a, 8c, 11a (blz.10,12,13 en 15)
Lesdoelen:
1. Ik kan mezelf kort voorstellen in het Frans​​​​​​​​​​​​​​
2. Ik ken woorden die te maken hebben met schoolspullen​​​​​​​​​​​​​
3. Ik ken de getallen van 0 tot en met 20
4. Ik ken de dagen van de week​​​​​​​​​​​​​​
​​​​​​​5. Ik heb kennisgemaakt met een leerstrategie

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wie spreekt er (al een beetje) Frans?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Ken jij nog meer
Franse woorden?

Slide 5 - Mind map

This item has no instructions

Filmpje Franse school
Op welke manieren begroeten de leerlingen elkaar 
non verbaal

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Kijk goed en onthoud!
- hoe zeggen ze elkaar gedag (3 manieren)
- hoe stellen ze zichzelf voor (3 manieren)
(hoe vertellen ze naar welke school ze gaan en in welke klas ze zitten?)

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Wie weet het?
- hoe zeggen ze elkaar gedag (3 manieren)
- hoe stellen ze zichzelf voor (3 manieren)
(- hoe vertellen ze in welke klas ze zitten?)

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Elkaar gedag zeggen
Bonjour
Salut
Coucou


Schrijf op in je schrift!

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Hoe stellen ze zichzelf voor? (3 manieren)

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Comment tu t'appelles?
Je m'appelle .....
Je suis ......
Moi,c'est .....

schrijf op in je schrift!

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Hoe vertellen ze in welke klas ze zitten?

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Tu es en quelle classe?
Je suis en cinquième

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Oefenen!

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Spelregels
Ik gooi een knuffeltje naar iemand en je begroet in het Frans.
(Salut/Bonjour/Coucou)
 
Leerling ´gooit´ het knuffeltje naar iemand anders uit de klas 

Steeds afwisselend op één van de 3 manieren 
(nooit voorgaande herhalen)

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Comment tu t'appelles?
Tu as quel âge?
Tu habites où?
J'ai ..... ans
J'habite à .....
Je m'appelle ......

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

Hoe ziet het jaar eruit
Opbouw elk hoofdstuk
Lezen =lire
Luisteren = écouter
praten = parler
schrijven = écrire
grammatica = grammaire
Einde elk hoofdstuk: vocabulaire, phrases clés & grammaire - dit moet je leren voor de toetsen



Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je nodig in de les?
Je werkboek
Je aantekeningenschrift
Een opgeladen laptop
Oortjes of koptelefoon
Etui met verschillende pennen, kleurpotloden, stiften, schaar, ...

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

les frites
les toilettes
la tente
la terrasse
la guitare
la caravane
le foot
le camping
la salade

Slide 26 - Drag question

This item has no instructions

un livre
un/une
prof
un stylo
un sac à dos
une
tablette
une salle
de classe

Slide 27 - Drag question

Eerst film kijken 4a (uit B à l'école)

Slide 28 - Video

This item has no instructions

Slide 29 - Video

This item has no instructions

Aan de slag met on y va...
Exercices 4b, 4d, 8a, 8c, 11a (blz.10,12,13 en 15)
timer
25:00

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

In je MC bespreken....
Hoe leer jij normaal gesproken en hoe zou je nou Franse woordjes en zinnetjes kunnen leren?

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Leerstrategieën
  1. Woorden lezen en hardop uitspreken
  2. Woorden lezen (met een hand afdekken)
  3. Schrijven 
  4. Flashcards maken 
  5. Quizlet / Studygo
  6. Zinnen maken
  7. Woorden categoriseren / Mind-map maken
  8. Ezelsbruggetjes maken

Slide 32 - Slide

Docent
  1. Woorden lezen en hardop uitspreken
    > goede als je woorden voor de eerste keer gaat leren.
  2. Woorden lezen (met een hand afdekken)
    > goed om te checken of je ze een beetje onthouden hebt.
  3. Schrijven
    > Hier wordt vaak op getoetst. Belangrijk om hier al mee te oefenen. 
  4. Quizlet/WRTS
    > Kun je gebruiken om te controleren wat je al weet. Gebruik ook regelmatig de dictee variant en het schrijven, zodat je met verschillende zintuigen leert.
    > Vooral de uitspraak helpt goed bij het onthouden van de woorden (Hulstein, 2012)
  5. Flashcards maken
    Kaartjes maken met op de voorkant het Nederlandse woord en achterkant het Franse. Zo ben je eerst al aan het schrijven en vervolgens kun je jezelf overhoren. Zo train je meerdere zintuigen. Het werkt extra goed als je de woorden die je lastig vindt op een apart stapeltje legt en die extra vaak herhaalt, totdat je ze kent. Dan mogen ze op de "ken ik!" stapel.
  6. Zinnen / verhaaltje maken
    Hier ga je echt de woorden toepassen. Woorden die je zelf moet kunnen gebruiken (productief) kun je hiermee goed oefenen, omdat je heel actief met de woorden aan de slag gaat. (Westhoff, 2009).
  7. Woorden categoriseren / mind-map maken.
    Denk aan "bestek: lepel, mes, vork". Zo heeft je geheugen een extra 'kapstok'. Dit werkt vooral om woorden receptief te onthouden (Staatsen & Heebing, 2015).
  8. Ezelsbruggetjes maken
e
Exit-ticket. Schrijf de vragen over en beantwoord ze.
1. Stel jezelf in drie Franse zinnen voor.
2. Welke 3 manieren ken je in het Frans om iemand te begroeten?
3. Wat is een pen, een rugzak en een boek in het Frans?
4. Wat is 2,7,10,11,12,13,14 en 20 in het Frans?
5. Wat is maandag, donderdag en vrijdag in het Frans?
6. Noem 3 verschillende leerstrategieën op. Geef ook aan welke leerstrategie je gaat gebruiken, leg uit waarom.
Lesdoelen:
1. Ik kan mezelf kort voorstellen in het Frans​​​​​​​​​​​​​​
2. Ik ken woorden die te maken hebben met schoolspullen​​​​​​​​​​​​​
3. Ik ken de getallen van 0 tot en met 20
4. Ik ken de dagen van de week​​​​​​​​​​​​​​
​​​​​​​5. Ik heb kennisgemaakt met een leerstrategie

Huiswerk:
Apprendre (leren):
Vocabulaire A, vocabulaire C en dagen van de week (zie vocabulaire D) (blz.6-17)
timer
7:00

Slide 33 - Slide

This item has no instructions