Leefstijl 1

Leefstijl
Wat is een gezonde leefstijl?
1 / 22
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 22 slides, with text slides.

Items in this lesson

Leefstijl
Wat is een gezonde leefstijl?

Slide 1 - Slide

Wanneer ben je gezond?
  • Je lichaam werkt goed
  •  Je voelt je geestelijk goed (wat je denkt en voelt)
  • Je voelt je sociaal goed (met je familie en vrienden)
  • Veel bewegen (sporten)
  • Je drinkt niet te veel alcohol en je rookt niet

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Voeding

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Energiesystemen

Slide 7 - Slide

Energiesystemen

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Sport & Voeding

Slide 12 - Slide

Regels van de schijf van Vijf
  1. Eet gevarrieerd
  2. Niet te veel
  3. Minder verzadigd vet
  4. Veel groente, fruit en brood
  5. Veilig (in voedsel kunnen ongezonde stoffen en bacteriën voorkomen. Thuis zijn consumenten zelf verantwoordelijk voor de veiligheid van het voedsel)

Slide 13 - Slide

Voeding en sport
Afhankelijk van de soort activiteit kan de samenstelling van de voeding verschillen.
  • Duursporten (hardlopen, fietsen, roeien, indoor cycling)
  • Krachtsporten (gewichtheffen, judo, kogelstoten)
  • Combinatie van kracht en duursporten (teamsporten)

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Duursporten
  • Lange rustige belasting energie uit vetten.
  • Inspanning verhoogt - koolhydraat verbranding omhoog.
  • Vetvoorraad bijna 'onuitputtelijk'
  • Glycogeen voorraad (koolhydraten) de beperkte factor

  • Duursporters die 5uur per week aan intensieve duursport doen.
65% koolhydraten, 20% vetten, 15% eiwitten 

Slide 16 - Slide

Krachtsporten
  • Ontwikkeling spierkracht staat voorop.
  • Spierhypertrofie: vergroting van de omvang  van de spiervezel
  • Normaal persoon 0,5 gram eiwit per kg lichaamsgewicht
  • krachtsporters die > 8uur per week aan intensieve krachttraining doen. 1,5 tot 2,5 kg eiwit per kg lichaamgewicht


Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Combinatie duur en kracht
  • Iets meer koolhydraten en eiwitten dan de gemiddelde Nederlander
  • Verhouding KH, eiwitten, vetten
  • 60%KH-25% eiwitten-15%vetten

Slide 19 - Slide

Mentale belemmering
  • Meer voedsel tot hun beschikking dan nodig
  • Eten is "gezellig", belevenis.
  • Mensen willen snel afvallen
  • honger gevoel
  • Honger gevoel tegenstrijdig in een situatie waar eten ruim voldoende aanwezig is.
Fysieke belemmering
  • Gewichtsverlies is een gevaarlijke situatie
  • Dieet = reserves aanspreken
  • reactie lichaam = vertragen van de stofwisseling (rustmetabolisme)
  • Gevolg= kleine beetjes eten leveren voldoende energie.
  • Normaal eten = teveel voor tragere stofwisseling
  • Jojo effect

Slide 20 - Slide

Afvallen en het jojo-effect

Slide 21 - Slide

Verantwoord afvallen
Versnellen van de ruststofwisseling en het verbranden van vetten.
  • Veel bewegen aerobe systeem
  • Krachttraining. Spieren bevorderen de stofwisseling
  • Voeding afstemmen op de dagelijkse behoefte
  • Niet veel te weinig eten
  • Niet meer dan 1% per week af te vallen. (iemand van 80kg niet meer 0,8kg per week afvallen)

Slide 22 - Slide