Assistent fitnesstrainer niveau 2 (voeding en sport)

H11. Sport en voeding
NL-Actief
CIOS-Goes
1 / 31
next
Slide 1: Slide
trainingskundeMBO

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

H11. Sport en voeding
NL-Actief
CIOS-Goes

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Inhoud
  • Oefentoets
  • H11 Sport en voeding 
- Dagelijkse voeding
- Schijf van vijf
- Voeding en sport (duur, kracht, combinatie)
- Gebruik van voeding (zelfstudie)
- Vochtbalans
- Sportdranken
-Afvallen 
  • Lesvoorbereiding examenles.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Oefentoets

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Schedel
Opperarm
Borstbeen
Spaakbeen
Wervelkolom
Dijbeen
Scheenbeen
Schouderblad

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Leg het begrip verminderde meeropbrengst uit.

Slide 5 - Open question

Hoe getrainder de atleet, hoe harder hij moet trainen om vooruitgang te boeken.
Hoe noem je een contractie waarbij de spier, kracht levert, terwijl hij verkort?
A
Concentrisch contractie
B
Excentrische contractie
C
Isometrische contractie
D
Statische contractie

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noemen we het energiesysteem waarbij geen zuurstof benodigd is?
A
zuurstof systeem
B
Anaerobe systeem
C
Aerobe systeem

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Door welke 4 componenten wordt bij krachttraining de intensiteit bepaald?

Slide 8 - Open question

- Gewicht (uitgedrukt in % 1RM)
- Aantal herhalingen
- Aantal series
- Rust momenten
Wat is de trainingshartslag op 75% bij een persoon van 28 jaar oud.

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

sleutelbeen
Rib
ellepijp
bekken
knieschijf
Kuitbeen

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Sport en voeding
Hoofdstuk 11
blz.105 t/m 116

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over gezonde voeding en sport?

Slide 12 - Mind map

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Regels van de schijf van Vijf
  1. Eet gevarrieerd
  2. Niet te veel
  3. Minder verzadigd vet
  4. Veel groente, fruit en brood
  5. Veilig (in voedsel kunnen ongezonde stoffen en bacteriën voorkomen. Thuis zijn consumenten zelf verantwoordelijk voor de veiligheid van het voedsel)

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Voeding en sport
Afhankelijk van de soort activiteit kan de samenstelling van de voeding verschillen.
  • Duursporten (hardlopen, fietsen, roeien, indoor cycling)
  • Krachtsporten (gewichtheffen, judo, kogelstoten)
  • Combinatie van kracht en duursporten (teamsporten)

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Welke macronutriënten zullen duursporters meer tot zich moeten nemen?
A
Vetten
B
Koolhydraten
C
Eiwitten

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Duursporten
  • Lange rustige belasting energie uit vetten.
  • Inspanning verhoogt - koolhydraat verbranding omhoog.
  • Vetvoorraad bijna 'onuitputtelijk'
  • Glycogeen voorraad (koolhydraten) de beperkte factor

  • Duursporters die 5uur per week aan intensieve duursport doen.
65% koolhydraten, 20% vetten, 15% eiwitten 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Welke macronutriënten zullen Krachtsporters meer tot zich moeten nemen?
A
Koolhydraten
B
Eiwitten
C
Vetten

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Krachtsporten
  • Ontwikkeling spierkracht staat voorop.
  • Spierhypertrofie: vergroting van de omvang  van de spiervezel
  • Normaal persoon 0,5 gram eiwit per kg lichaamsgewicht
  • krachtsporters die > 8uur per week aan intensieve krachttraining doen. 1,5 tot 2,5 kg eiwit per kg lichaamgewicht


Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Combinatie duur en kracht
  • Iets meer koolhydraten en eiwitten dan de gemiddelde Nederlander
  • Verhouding KH, eiwitten, vetten
  • 60%KH-25% eiwitten-15%vetten

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Zelfstudie
  • Hoofdstuk 11.6 gebruik van voeding
  • Hoofdstuk 11.8 Vochttekort voorkomen
  • Hoofdstuk 11.9 Sportdranken
Wat moet je weten
  • Algemeen advies voeding sporter
  • Functies van water
  • Waar is het vochtverlies van afhankelijk
  • De 3 soorten sportdranken

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Afvallen en het jojo-effect

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Mentale belemmering
  • Meer voedsel tot hun beschikking dan nodig
  • Eten is "gezellig", belevenis.
  • Mensen willen snel afvallen
  • honger gevoel
  • Honger gevoel tegenstrijdig in een situatie waar eten ruim voldoende aanwezig is.
Fysieke belemmering
  • Gewichtsverlies is een gevaarlijke situatie
  • Dieet = reserves aanspreken
  • reactie lichaam = vertragen van de stofwisseling (rustmetabolisme)
  • Gevolg= kleine beetjes eten leveren voldoende energie.
  • Normaal eten = teveel voor tragere stofwisseling
  • Jojo effect

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Verantwoord afvallen
Versnellen van de ruststofwisseling en het verbranden van vetten.
  • Veel bewegen aerobe systeem
  • Krachttraining. Spieren bevorderen de stofwisseling
  • Voeding afstemmen op de dagelijkse behoefte
  • Niet veel te weinig eten
  • Niet meer dan 1% per week af te vallen. (iemand van 80kg niet meer 0,8kg per week afvallen)

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn de macronutriënten?
A
Koolhydraten, mineralen en vetten
B
Koolhydraten, vitamines en vetten
C
Koolhydraten vitamines en eiwitten
D
Koolhydraten, eiwitten en vetten

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn Koolhydraten?
A
Brandstof
B
Bouwstof
C
Vitamines
D
Mineralen

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Noem één regel van de schijf van vijf

Slide 30 - Open question

Eet gevarrieerd
Niet te veel
Minder verzadigd vet
Veel groente, fruit en brood
Veilig (in voedsel kunnen ongezonde stoffen en bacteriën voorkomen. Thuis zijn consumenten zelf verantwoordelijk voor de veiligheid van het voedsel)
Om verantwoord af te vallen mag ik niet meer dan ...% afvallen per week?
A
2%
B
3%
C
1%
D
4%

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions