h2 chemische reacties

H2 chemische reacties
1 / 21
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with text slides.

Items in this lesson

H2 chemische reacties

Slide 1 - Slide

chemische reacties
de moleculen uit de beginstof(fen) worden afgebroken en er worden nieuwe moleculen opgebouwd.
beginstof(fen)--> eindproduct(en)

Slide 2 - Slide

chemische reacties kun je herkennen aan:
  • blijvende verandering van stofeigenschappen (dus geen fase overgangen) want er zijn nieuwe stoffen gevormd
  • ontstaan warmte
  • ontstaan van licht
  • ontstaan van geluid
  • onverwachte faseovergangen (b.v. stollen eiwit )

Slide 3 - Slide

soorten  reacties: grofweg bestaan er 3 soorten reacties:

  1. ontledingsreactie:
    één beginstof-> meer eindproducten  
  2. verbrandingsreactie:  beginstof+zuurstof-> eindproduct(en) 
  3. overige vormingsreacties  (synthese): dus altijd minstens 2 beginstoffen --> 1 of meer eindproduct(en)

Slide 4 - Slide

soorten ontledingsreacties
  1. met warmte: Thermolyse
  2. met elektricteit: Elektrolyse
  3. met licht: Fotolyse

Slide 5 - Slide

verschil verbranden en ontleden met warmte(=thermolyse)
  • Bij ontleden maar 1 beginstof. Die zelf niet rechtstreeks in het vuur komt(=warmte bron). 
  • bij verbranden is zuurstof altijd de tweede beginstof. De brandstof komt wel in contact met de warmte bron.
  • alleen moleculen die uit  meerdere atoomsoorten bestaan  (dus verbindingen)kun je ontleden.

Slide 6 - Slide

Dus:
bij ontleden moet je altijd energie blijven toevoeren anders stopt het proces

Slide 7 - Slide

organische stoffen
  • bevatten altijd C en H atomen.
  • Bij thermolyse: organische stof--> koolstof(s)+water(l)+witte rook(g)
  • Bij volledig verbranden: organische stof +zuurstof(g)--> koolstofdioxide(g)+water(g)
  • Bij onvolledige verbranding: organische stof +zuurstof(g)--> koolstof + koolstofmonoxide(g)+water(g

Slide 8 - Slide

reactievergelijking opstellen

  • noteer de vergelijking met molecuulformules (denk aan verbranden zuurstof nodig, ontleden 1 beginstof)
  • molecuulformules in symbolen met toestandsaanduidingen.(let op: (aq)
  • bedenk, de index  is het cijfer in een molecuulformule dat aangeeft hoeveel van de atoomsoort die ervoor staat in het hele molecuul zitten. (H2O=water bestaat uit 2 waterstof(H) atomen en  1 zuurstof(O) atoom
 


Slide 9 - Slide

Wet van behoud van massa= wet van Lavoisier
massa gaat nooit verloren
(het kan hooguit zijn dat je de massa niet meer kunt meten omdat een gasvormige stof ontsnapt)

Slide 10 - Slide

reactievergelijking kloppend maken
  1. aan beide kanten van pijl zelfde atoomsoorten en van elke soort evenveel
  2. alleen de coefficient(=aantal moleculen) mag je veranderen
  3. Halve moleculen bestaan niet.  Vermenigvuldig in dat geval met een even getal.
  4. O2 levert altijd een evengetal. Dus na de verbrandingsreactie een oneven aantal O atomen? Dan alvast vermenigvuldigen met even getal
  5. Zorg dat de oplossing van de vergelijking zo eenvoudig mogelijk is. Dus controleer of het kleiner kan.

Slide 11 - Slide

Het verschil tussen 
scheiden en ontleden

Slide 12 - Slide

Aantoningsreacties 
Stof
Waarneming
CO2(g)
helder kalkwater wordt troebel
H2O(l)
wit kopersulfaat kleurt blauw
O2(g)
Gloeiende houtspaander vlamt op
H2(g)
Geeft na aansteken in reageerbuis blafgeluid

Slide 13 - Slide

 Atoombouw

Slide 14 - Slide

bouw van een atoom

Slide 15 - Slide

atoomnummer en massagetal
Atoomnummer = aantal protonen (en dus ook elektronen)
Massagetal = protonen + neutronen

Slide 16 - Slide

Isotopen
isotopen: atomen van dezelfde atoomsoort met een verschillend aantal neutronen in de kern. Dus isotopen van dezelfde atoomsoort hebben een verschillend massagetal!

Waterstof kent bijvoorbeeld
drie isotopen.   -------->


Slide 17 - Slide

Indeling van elektronen
De indeling van de elektronen over de verschillende schillen van een atoom kun je berekenen met de formule:


2n2. (n = schilnummer = 1, 2, 3, ..).

Schil 1 bevat 2.12 = 2 elektronen
Schil 2 bevat 2.22 = 8 elektronen
Schil 3 bevat 2.32 = 18 elektronen.


Slide 18 - Slide

Periodiek systeem der elementen
Het periodiek systeem is verder verdeeld in groepen, perioden, metalen, niet metalen en metalloïden.
- Atoomnummer loopt op. Iedere atoomsoort heeft eigen aantal protonen
-De groepen lopen van boven naar beneden. Stoffen in dezelfde groep hebben vergelijkbare eigenschappen.
- De periodes lopen van links naar rechts. Deze periodes zijn gebaseerd op hun elektronenopbouw
-De metalen, metaloïden en niet metalen zijn met kleuren aangegeven.

Slide 19 - Slide

Het periodiek systeem

Slide 20 - Slide

Metalen - Zouten - Moleculaire stoffen
Verdeling op de eigenschap stroomgeleiding
Metalen
Zouten
Moleculaire stoffen
Vast
Ja
Nee
Nee
Vloeibaar
Ja
Ja
Nee
Gas
Nee
Nee
Nee

Slide 21 - Slide