HV2 ch5 les 2 1920

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Qu'est-ce qu'on va faire?

- corriger les devoirs

- uitleg bron C

- faire bron A

Corriger: exercices 1, 2, 3

Net als altijd: Zorg dat je je fouten begrijpt. Is dat niet zo? Vraag het dan!!

Passé composé

Wat weet je er nog van?

ch5, bron C

PC = 2 !

1. Hulpww

2. voltooid deelwoord

PC = 2!

Hulp ww Avoir

j'ai

tu as

il a

nous avons

vous avez

ils ont

Voltooid deelwoord

- er --> é

- ir --> i

(- re --> u , komt dit hfst)

été (être)

eu (avoir)

fait (faire)

pris (prendre) 

voulu  (vouloir)

pu (pouvoir

ik heb gekeken

1. j'ai regarde
2. j'ai regardé
3. tu as regarde
4. il ai regardé

Hij heeft gemaakt

1. Il a faire
2. il est faire
3. il a fait
4. il a faite

Wij zijn geweest

1. Nous sommes été
2. Nous sommes eu
3. Nous avons été
4. Nous avons eu

Iets nieuws!

Naast 'avoir' kun je ook 'être' als hulpww gebruiken

Let op! / Attention!

99% van de ww wordt vervoegd met avoir.

Er zijn er maar een paar die met être worden vervoegd.

Voor alsnog zijn dat voor jullie dus alleen:

aller, partir, arriver, tomber, rester, rentrer, sortir

Zorg dat je deze onthoudt! 

Hij is gegaan

1. Il est allé
2. il a allé

Jij bent gebleven

1. Tu as resté
2. Tu es resté

ATTENTION!!

Gebruik je être als hulpwerkwoord, dan kan er een extra 'e' en/of 's' achter het voltooid deelwoord komen.

Par exemple

Hij is gegaan: il est allé

Zij is gegaan: Elle est allée

Wij zijn gegaan: Nous sommes allés

Sophie en Marie zijn gegaan: Sophie et Marie sont allées

Vertaal: Wij zijn gebleven

1. Nous avons resté
2. nous avons restés
3. nous sommes restés
4. nous sommes restée

Zij (vrl) zijn vertrokken

1. elles sont parti
2. elles ont parti
3. elles sont parties
4. elles sont parties

Vous avez encore des questions?

Au travail!

- Faites ex 13 + 14 + 15 (lees goed de opdrachten!)

Prêt?

- leer de voca van A + B

Texte A

Kijk naar de tekst op de volgende slide en lees de titel en de inleiding, en bekijk de plaatjes. Wat weet je nu al over de tekst?

à faire!

- faire: A (4, 5, 6, 7)

Prêt?

Apprends le voca A + grammaire C