HV2 ch5 les 2

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Qu'est-ce qu'on va faire?

- PW bespreken

- uitleg bron C

- corriger les devoirs

- faire bron B

Les notes

- We bespreken de toets

- LEER VAN JE FOUTEN!!!

- Bekijk wat je nog moet herhalen (als je dat zelf niet weet, help ik je!)

Passé composé

Wat weet je er nog van?

PC = 2 !

1. Hulpww

2. voltooid deelwoord

PC = 2!

Hulp ww Avoir

j'ai

tu as

il a

nous avons

vous avez

ils ont

Voltooid deelwoord

- er --> é

- ir --> i

- re --> u

été (être)

eu (avoir)

fait (faire)

pris (prendre) 

voulu  (vouloir)

pu (pouvoir

ik heb gekeken

1. j'ai regarde
2. j'ai regardé
3. tu as regarde
4. il ai regardé

Hij heeft gemaakt

1. Il a faire
2. il est faire
3. il a fait
4. il a faite

Wij zijn geweest

1. Nous sommes été
2. Nous sommes eu
3. Nous avons été
4. Nous avons eu

Iets nieuws!

Naast 'avoir' kun je ook 'être' als hulpww gebruiken

Let op! / Attention!

99% van de ww wordt vervoegd met avoir.

Er zijn er maar een paar die met être worden vervoegd.

Voor alsnog zijn dat voor jullie dus alleen:

aller, partir, arriver, tomber, rester, rentrer, sortir

Hij is gegaan

1. Il est allé
2. il a allé

Jij bent gebleven

1. Tu as resté
2. Tu es resté

ATTENTION!!

Gebruik je être als hulpwerkwoord, dan kan er een extra 'e' en/of 's' achter het voltooid deelwoord komen.

Par example

Hij is gegaan: il est allé

Zij is gegaan: Elle est allée

Wij zijn gegaan: Nous sommes allés

Sophie en Marie zijn gegaan: Sophie et Marie sont allées

Zij (vrl) zijn vertrokken

1. elles sont parti
2. elles ont parti
3. elles sont parties
4. elles sont parties

Vous avez encore des questions?

Au travail!

- Faites ex 13 + 14 + 15 (lees goed de opdrachten!)

Prêt?

- kijk je huiswerk na (Intro + A)

- leer de voca van A + B

- maak bron B (8, 10, 11, 12)