Schelpen-tel-dag

Schelpen-tel-dag
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NT2ISK

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Schelpen-tel-dag

Slide 1 - Slide

de mossel
  • schelp
  • dubbel 
  • mossel - mosselen
  • zin: op het strand liggen veel mosselen

Slide 2 - Slide

de kokkel
  • schelp
  • dubbel
  • de kokkel - de kokkels
  • zin: Op het strand liggen veel kokkel schelpen. 

Slide 3 - Slide

de strandschelp
  • veel verschillende kleuren
  • huis van zee dieren
  • schelp - schelpen
  • zin: Deze mooie schelpen ga in verzamelen. 

Slide 4 - Slide

de kust
  • waar de zee het land raakt
  • strook land langs de zee
  • vaak strand
  • zin: Langs de kust van Den Helder zie je soms zeehonden. 

Slide 5 - Slide

tellen
  • 1, 2, 3, 4, enz.
  • meerdere dingen, mensen, spullen, cijfers bij elkaar optellen. 
  • zin: Ik tel de kinderen in de klas.
  • tt: ik tel, jij telt, wij tellen
  • vt: ik telde, wij telden
  • vtd: heb geteld

Slide 6 - Slide

de schelpenteldag
  • een dag waarop schelpen geteld worden 
  • zin: Doen jullie mee met de nationale schelpenteldag?
  • nationale = in heel het land.

Slide 7 - Slide

onderzoeker
  • iemand die onderzoek doet
  • zin: De onderzoeker heeft ontdekt dat de schelpen huisjes zijn van zeedieren. 

Slide 8 - Slide

de halfgeknotte strandschelp
  • schelp
  • meest gevonden
  • zin: de halfgeknotte strandschelp is de meest gevonden schelp op de nationale schelpenteldag. 

Slide 9 - Slide

de ovale strandschelp
  • schelp
  • tweede plaats
  • zin: de ovale strandschelp eindigde op de tweede plaats. 

Slide 10 - Slide

(rang)telwoorden
  • eerste
  • tweede
  • derde
  • vierde
  • vijfde
  • zesde
  • zevende
  • achtste
  • negende
  • tiende 
  • honderdste

Slide 11 - Slide