Persoonsvorm en onderwerp

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 2

Persoonsvorm & onderwerp

Nederlands

Wat voor soort woord is de persoonsvorm in een zin?

Hoe vind je de persoonsvorm in een zin?

1. Door de vraagproef
2. Door de tijdproef
3. Door de temperatuurproef
4. Door de kleurproef

Wat is de persoonsvorm in deze zin?
De wielrenner valt op de grond

Hoe vind je het onderwerp in een zin?
(welke vraag stel je aan jezelf?)

Wat is het onderwerp in deze zin:
De wielrenner valt op de grond

pv en ow?
De bestuurder ziet niets meer door de rook

pv en ow?
De sportieve fietsers hielpen hun vriend.

ow?
De geschrokken bestuurder bestelde een pizza vanuit zijn auto

1. bestuurder
2. de bestuurder
3. de geschrokken bestuurder
4. een pizza

pv en ow ?
Je kan beter niet vapen en zeker niet in een auto.

1. pv: vapen ow: auto
2. pv: kan ow: auto
3. pv: kan ow: beter
4. pv: kan ow: je