3.2 Planten 22-23

3.2 Planten

1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

3.2 Planten

Slide 1 - Slide

Vandaag 
-Terugblik 3.1 
-Maken 3.2
-Uitleg 3.2

Slide 2 - Slide

Terugblik
Huiswerk was:
Zorg dat paragraaf 3.1 af is.
Je maakt de opdrachten 15, 16, 19, 21, 22, 23 en 24  

Slide 3 - Slide

3.2 leerdoelen
  • Je kunt de organen van planten benoemen en hun functie beschrijven.
  • Je kunt de weefsels van een blad benoemen en de bouw en werking beschrijven.
  • Je kunt beschrijven hoe een plant stoffen opneemt.
  • Je kunt beschrijven hoe planten stoffen vervoeren. 

Slide 4 - Slide

Opdracht:
Maak nu de opdracht:
'leerdoelen 3.2'
 Dus blz 147 opgave 1-3


Klaar: 
Maak van paragraaf 3.2 de opdrachten: 4, 7, 9, 10, 14, 15
timer
12:00

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Functies van plantenorganen
  • Wortels: Opzuigen van water met mineralen uit de bodem. stevigheid.
  • Stengel: Vervoeren van water en opgeloste stoffen.
  • Bladeren: Fotosynthese (voedingsstoffen maken).
  • Bloem: Zorgt voor de voortplanting.

Slide 7 - Slide

Weefsel in blad
  • Wat is een weefsel? 
  • 4 weefsels in een blad:  
  1. opperhuid
  2. nerf
  3. bladmoes
  4. huidmondje

Slide 8 - Slide

Weefsels in een blad

Slide 9 - Slide

Opnemen van stoffen

  • Via de huidmondjes in de bladeren komt koolstofdioxide de plant binnen. Wordt gebruikt voor fotosynthese.

Slide 10 - Slide

Opnemen van stoffen

  • Via de wortelharen zuigt de plant water en mineralen op. 
  • Water wordt gebruikt voor transport, fotosynthese en het vullen van de vacuoles.
  • Mineralen zijn nodig om eiwitten van te maken.

Slide 11 - Slide

Huidmondjes
Hierdoor ademt de plant

Slide 12 - Slide

wortelharen

Slide 13 - Slide

Hoe vervoeren planten stoffen?
  • De stoffen gaan via vaten door de plant heen.
  • De vaten in een plant lopen vanaf de wortels tot in de nerven van de bladeren.

  • Vaten liggen in groepen bij elkaar; de vaatbundels.
  • Een vaatbundel bestaat uit 2 soorten vaten:
  1. Houtvaten
  2. Bastvaten

Slide 14 - Slide

Vaatbundels in een plakje stengel
Bastvaten en houtvaten 

Slide 15 - Slide



In de vaatbundels zitten:

Houtvaten:
Vervoeren water en mineralen
Omhoog.

Bastvaten:
Vervoeren water en glucose
naar beneden

Slide 16 - Slide

Hoe komt het water boven in een plant? 

Slide 17 - Slide

Nu en huiswerk
Maak van paragraaf 3.2 de opdrachten: 4, 7, 9, 10, 14, 15

(weinig opdrachten, maar ik ga er vanuit dat je de leerdoelen GOED uitgewerkt hebt!) 
timer
10:00

Slide 18 - Slide

Noem 3 soorten ecosystemen

Slide 19 - Open question

Noem 2 biotische factoren die invloed hebben op een koolmees

Slide 20 - Open question

Voorjaarbloeiers die bloeien vroeg in het voorjaar. Door welke a-biotische factor komt dit?

Slide 21 - Open question

Wat is geen aanpassing van een plant aan een droge omgeving?
A
weinig bladeren
B
dunne bladeren
C
behaarde bladeren
D
bladeren met een waslaag erover

Slide 22 - Quiz

Wat voor tanden kan een koe hebben?
A
plooikiezen
B
plantkiezen
C
knipkiezen
D
knobbelkiezen

Slide 23 - Quiz

Wat voor soort snavel is dit?
A
zeefsnavel
B
pincetsnavel
C
platte snavel
D
kegelsnavel

Slide 24 - Quiz

Wat voor snavel heeft dit dier?
A
pincetsnavel
B
haaksnavel
C
kegelsnavel
D
zeefsnavel

Slide 25 - Quiz

Welke soort vaten vervoert water en mineralen? Welke richting gaat dit op?

Slide 26 - Open question

Hoe heet de plek waar er CO2 de plant binnengaat?

Slide 27 - Open question

Waar gebruikt een plant water voor? Noem 3 redenen.

Slide 28 - Open question

Hoe heet nummer 10?

Slide 29 - Open question