-Je begrijpt de betekenis van verschillende schooltaalwoorden;
-Je begrijpt de betekenis van verschillende woorden uit teksten;
-Je kan het stappenplan 'moeilijke woorden' gebruiken;
-Je kunt de grondwoorden in een woordenboek gebruiken;
-Je weet wat de 'trappen van vergelijking' zijn;
-Je weet wat een samenstelling is.