Spelling en formuleren les 10: Bijvoeglijk naamwoord van een deelwoord

Spelling en formuleren les 10: Bijvoeglijk naamwoord als voltooid deelwoord
Welkom 1hvf.
Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.

Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je boek, schrift en laptop.
Stap 3: Ga naar lessonup.app en log in met je eigen naam.
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Spelling en formuleren les 10: Bijvoeglijk naamwoord als voltooid deelwoord
Welkom 1hvf.
Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.

Stap 1: Doe de telefoon in de telefoontas.
Stap 2: Pak je boek, schrift en laptop.
Stap 3: Ga naar lessonup.app en log in met je eigen naam.

Slide 1 - Slide

Vul de juiste vorm in van het werkwoord: De (vergroten) foto ziet er goed uit.

Slide 2 - Open question

Wat ga je doen?
Leerdoel: Ik kan het bijvoeglijk naamwoord van een deelwoord correct spellen.
Hoe bereik je dit doel?
  • Oefenen voltooid en onvoltooid deelwoord door elkaar.
  • Uitleg: Bijvoeglijk naamwoord van een deelwoord.
  • Oefenen
  • Huiswerk volgende les: Online: opdracht 2 t/m 5


Slide 3 - Slide

Noteer de juiste vorm van de werkwoorden tussen haakjes: Nog […] (nagenieten) van de film zijn Hamit en Mireille in de tram […] (stappen).

Slide 4 - Open question

Noteer de juiste vorm van de werkwoorden tussen haakjes: De hockeyers hebben het toernooi [...] (winnen) [...] (afronden).

Slide 5 - Open question

Uitleg: Bijvoeglijk naamwoord van een deelwoord
1. Een bijvoeglijk naamwoord is geen persoonsvorm.
2. Is je werkwoord sterk? Pas dan de klank toe.
3. Is je werkwoord zwak? Schrijf hem dan zo kort mogelijk!
Voorbeelden:
- De gehaaste man.
- Het gevluchte kind
- Het geredde kind
- De verloren schoen
- Het gebakken ei

Slide 6 - Slide

Vul de juiste vorm van het werkwoord in: Erica heeft een (breken) pols.

Slide 7 - Open question

Vul de juiste vorm van de werkwoorden in tussen haakjes: Door vrijwilligers werd de (vervuilen) kantine volledig (opruimen).

Slide 8 - Open question

Vul de juiste vorm van de werkwoorden in tussen haakjes: De (betalen) klant heeft de rekening (afwijzen).

Slide 9 - Open question

Instructie 
Wat ga je doen: Je maakt je huiswerk online: Opdracht 2 t/m 5 of op blz. 156 en 157.
Leren: Theorie op blz.  152, 126 en 156.
Hoe werk je in de les: Je werkt in stilte en alleen.
Tijd: Tot het einde van de les ga je hiermee bezig.
Klaar: Leren theorie. Maak een samenvatting.

Slide 10 - Slide

Leerstof toets spelling op 27 juni
Leren:
Theorie op deze volgorde: blz. 152, 126, 156 en 186.
Maken: oefentoets spelling en formuleren

Slide 11 - Slide