TV 6.1 - Antithese, paradox, litotes, retorische vraag en chiasme 1

Antithese, paradox, litotes, 
retorische vraag en chiasme

Taalverzorging §6
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Antithese, paradox, litotes, 
retorische vraag en chiasme

Taalverzorging §6

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Als het goed is, kun je na deze les: 
- stijlfiguren herkennen en benoemen; 
- uitleggen wat het effect van het gebruik van stijlfiguren in een tekst is; 
- een passende stijlfiguur in een tekst plaatsen.  

Slide 2 - Slide

Huiswerk vorige les
We lopen samen door het huiswerk van de vorige les heen. 

Slide 3 - Slide

Nog meer stijlfiguren
Er zijn nog meer stijlfiguren dan die we tot nu toe hebben besproken. 

antithese (samenvoeging van tegengestelde woorden) 
Zij steunen elkaar door dik en dun. 
paradox (iets wat een tegenstelling lijkt, maar niet is)
Hoe gespecialiseerder je bent, hoe minder je kan. 

Slide 4 - Slide

Nog meer stijlfiguren
litotes (iets zeggen door het tegenovergestelde te ontkennen)
'Dat heb je niet onaardig gedaan', zei mijn docent toen hij de 10 voor mijn proefwerk teruggaf.
retorische vraag (vraag waarbij het niet de bedoeling is dat er een antwoord wordt gegeven) 
Waar is dat geschreeuw nou weer voor nodig?

Slide 5 - Slide

En de laatste voor vandaag
chiasme (kruisstelling) In een tegengestelde volgorde plaatsen van overeenkomstige elementen in twee zinnen of zinsdelen . 
A              B
X
B             A
De overheid moet niet alleen zeggen wat ze doet, 
maar ook doen wat ze zegt. 

Slide 6 - Slide

Aan de slag
Werk nu in alle rust aan opdracht 1 tot en met 3 op pagina 27 
en aan opdracht 3 van je moduleboekje werkwoordspelling. 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Mobiel
- aanmelden
- lezen voor de lijst

Slide 11 - Slide