Oefenen casus 2

Oefenen casus 4
ademhalingstelsel
1 / 17
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Oefenen casus 4
ademhalingstelsel

Slide 1 - Slide

Het is beter om via je .... te ademen
A
Mond
B
Neus

Slide 2 - Quiz

Normaal gesproken adem je via
A
Borstademhaling
B
Buikademhaling

Slide 3 - Quiz

De longen
        1
       2 
        3
      4

Slide 4 - Slide

Kleinste vertakking luchtpijp 
of bronchioli
Hoofd
Bronchus
Longblaasjes of alveoli
Luchtpijp of trachea

Slide 5 - Drag question

Bovenste luchtwegen
Onderste luchtwegen
Keel
luchtpijp
Bronchieën
Strottenhoofd

Slide 6 - Drag question

Wat is een normale ademhaling frequntie in rust?
A
tussen de 6-10 per minuut
B
tussen de 10-20 minuut

Slide 7 - Quiz

Bronchiole
Alveole
Venule
Arteriole
Klein bloedvat, brengt bloed van hart naar weefsels 
Klein bloedvat verzamelt zuurstofarm bloed
Longblaasjes
Kleinste vertakking van de luchtpijptakken

Slide 8 - Drag question

Welke gegevens kun je achterhalen vanuit de ademhaling?

Slide 9 - Mind map

Slide 10 - Slide

Hoe noemen we het middenrif nog meer?
A
Pleura
B
Diafragma
C
Appendix
D
Gaster

Slide 11 - Quiz

Een apneu is?
A
Oppervlakkige ademhaling
B
korte diepe ademhaling
C
Te lang en te diep ademhalen
D
Afwezigheid van ademhaling

Slide 12 - Quiz

Iemand die bedlegerig is heeft meer kans op een longontsteking
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Welke zorgdisciplines staan er om de longpatiënt heen?

Slide 14 - Mind map

Denk aan:
  • Huisarts, longspecialist en specialistisch verpleegkundige
  • Fysiotherapie
  • Dieetiste
  • Psycholoog, maatschappelijk werker

Slide 15 - Slide

Beschrijf kort wat de ademhaling inhoudt met de volgende begrippen:

ademfrequentie, gaswisseling, luchtwegen, longen, middenrif, zuurstof, ventilatie

Slide 16 - Mind map

Bijvoorbeeld


Ademfrequentie: Dit is het aantal ademhalingen per minuut. Een normale ademfrequentie voor volwassenen is ongeveer 12-20 keer per minuut
Gaswisseling: Dit vindt plaats in de longblaasjes (alveoli) van de longen, waar zuurstof uit de ingeademde lucht wordt opgenomen in het bloed en koolstofdioxide uit het bloed wordt afgegeven aan de lucht om uitgeademd te worden
Luchtwegen: Dit zijn de paden waardoor lucht van buiten het lichaam naar de longen stroomt, inclusief de neus, mond, keel (farynx), luchtpijp (trachea), en de bronchiën
Longen: De organen waar de gaswisseling plaatsvindt. Ze bestaan uit miljoenen alveoli die omgeven zijn door een netwerk van haarvaten
Middenrif: Een spier onder de longen die samentrekt en ontspant om de longen te helpen lucht in en uit te bewegen. Het speelt een cruciale rol bij de ademhaling
Zuurstof: Een essentieel gas dat we inademen en dat nodig is voor de energieproductie in onze cellen
Ventilatie: Het proces van lucht in en uit de longen bewegen. Dit omvat zowel inademing (inspiratie) als uitademing (expiratie)

Slide 17 - Slide