9. 4 okt: Schrijfopdracht (1d) + Taalg: 14 + taalverzorging

Op tafel: 
- map
- pen
- laptop (NUMO)
- Oefenboek
Welkom vwo 2!
timer
2:30
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Op tafel: 
- map
- pen
- laptop (NUMO)
- Oefenboek
Welkom vwo 2!
timer
2:30

Slide 1 - Slide

Numo inloggen
Naam: leerlingnummer
Wachtwoord: j+leerlingnummer 

Aan de slag met NUMO
timer
3:30

Slide 2 - Slide

Klap je laptop dicht
We gebruiken de laptop niet meer deze les. 

Slide 3 - Slide

Vandaag vrijdag 4 oktober:
  • Numo: al gedaan
  • Schrijfopdracht 
  • Taalverzorging
  • Aan de slag

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
  • Je kent de stappen voor het schrijven van een verhaal. 
  • Je leert om een boodschap over te brengen in een verhaal. 

Slide 5 - Slide

Schrijven in stappen (handboek pg 70)
  1. Voorbereiden
  2. Schrijven
  3. Evalueren

Slide 6 - Slide

Voorbereiden
Verzamel ideeën over je onderwerp;
Denk na over wát je wilt vertellen en aan wie;
Denk na over de structuur van je tekst (Handboek pg 50).

Slide 7 - Slide

Schrijven
Bedenk wat de lezer wil weten en schrijf dat op. 
Geef informatie in een logische volgorde
Verdeel de tekst over alinea's en hoofdstukken

Slide 8 - Slide

Evalueren
Vraag een ander om je tekst te lezen en specifiek te zoeken naar foutjes;
Verbeter je fouten;
Kijk of je zinnen nog beter kunt formuleren;
Besteed aandacht aan de vorm/lay-out

Slide 9 - Slide

Huiswerkopdracht = stap 2 = schrijven

  1. Kies een van de nieuwsitems en schrijf een tekst van tenminste 8 regels. Denk daarbij aan:
  2. Wat is interessant voor de lezer om te weten? Schrijf dat op.
  3. Schrijf informatie in een logische volgorde.
  4. Verdeel de tekst over tenminste twee alinea's.


Slide 10 - Slide

Aan de slag met voorbereiden 
Schrijf de antwoorden in je schrift:

  • Waarover wil je schrijven? Kies een van de items. Schrijf in steekwoorden waar je over gaat schrijven.
  • Voor wie schrijf je de tekst?
  • Wat soort structuur gebruik je in je tekst? Zie Handboek pg 50.

timer
5:00

Slide 11 - Slide

Aan de slag met schrijven 
Schrijf de antwoorden in je schrift:

  • Wat is interessant voor de lezer om te weten? Schrijf dat op.  
  • Schrijf informatie in een logische volgorde
  • Verdeel de tekst over alinea's. 

timer
12:00

Slide 12 - Slide

Aan de slag met evalueren 1

  • Geef je schrift aan een buur. 
  • Schrijf in het schrift van je buur.
  • De buur gaat op zoek naar fouten. 
  • Let op: 
  1. Spelling, grammatica, interpunctie, volgen zinnen elkaar logisch op?
  2. Begrijp je alles over de inhoud?
  3. Is het duidelijk wie de doelgroep is? 


timer
4:00

Slide 13 - Slide

Aan de slag met evalueren 2


  • Ieder krijgt zijn/haar eigen schrift weer terug. 
  • Schrijf een verbeterde tekst:
  • Verbeter de fouten die je van je buur terugkrijgt;
  • Kijk of je zinnen nog beter kunt formuleren;
  • Besteed aandacht aan de vorm/lay-out. 
  • Geef een alinea een kopje (titel). 



timer
1:00

Slide 14 - Slide

Taalverzoring
Eerst regels, dan oefenen

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Open je laptop en log in op LessonUp

Slide 22 - Slide

Maak een samenstelling van
TikTok + dansje

Slide 23 - Open question

Maak een samenstelling van
voice + mail + bericht

Slide 24 - Open question

Maak een samenstelling van
rund + vlees

Slide 25 - Open question

Maak een samenstelling van
rund + gehakt

Slide 26 - Open question

Maak een samenstelling van
a. lam + gehakt
b. lam + vlees

Slide 27 - Open question

Maak een samenstelling van
uit + wedstrijd

Slide 28 - Open question

Maak een samenstelling van
rood + wijn + glazen
Tip: gebruik het plaatje hierachter

Slide 29 - Open question

Maak een samenstelling van
rood + wijn + glazen
Tip: gebruik het plaatje hierachter

Slide 30 - Open question

Sluit je laptop
Stop 'm in je tas, want je hebt 'm niet meer nodig. 

Slide 31 - Slide

Aan de slag
Oefenboek, pagina 20
Maak opdracht 1, 2 en 3. 

Wat niet af is, wordt huiswerk.

Slide 32 - Slide