What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Modalverben
Modalverben
wie war das nochmal?
1 / 20
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
This lesson contains
20 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Modalverben
wie war das nochmal?
Slide 1 - Slide
Tag liebe Leute!
LESDOEL:
Aan het einde van de les, weet je hoe je de modale werkwoorden in het Duits moet vervoegen.
Slide 2 - Slide
Wat zijn Modalverben?
Dit zijn hulpwerkwoorden die in een zin een extra lading aan een ander werkwoord geven.
Ik kan goed schaatsen, ik moet werken, mag ik iets vragen?
In het Duits zijn dit de werkwoorden dürfen, können, mögen, müssen, sollen, wollen en wissen.
Slide 3 - Slide
Opdracht 1
Was weißt du noch?
Slide 4 - Slide
Wat betekent dürfen ?
Slide 5 - Open question
Wat betekent mögen ?
Slide 6 - Open question
Wat betekent sollen ?
Slide 7 - Open question
De tweede letter verandert in het enkelvoud naar welke letter?
dürfen, können, mögen
Dure konijnen mogen aaien
A
i
B
u
C
e
D
a
Slide 8 - Quiz
De tweede letter van het werkwoord müssen verandert in het enkelvoud ook.
Naar welke?
Mus uitlaten
A
a
B
u
C
i
D
e
Slide 9 - Quiz
Opdracht 2
Zoek de goede vorm
Slide 10 - Slide
Warum ...... (können) du morgen nicht kommen?
A
könnst
B
kanst
C
kannst
D
kan
Slide 11 - Quiz
Wie lange ....... (dürfen) ihr bleiben?
A
darf
B
darft
C
dürft
D
dürftet
Slide 12 - Quiz
Weißt du, ob er Pizza ....... (mögen).
A
mag
B
magt
C
mög
D
mögt
Slide 13 - Quiz
Frau Bechinka, das ...... (können) Sie doch nicht machen.
A
kannen
B
können
C
konnen
D
könnt
Slide 14 - Quiz
Opdracht 3
Zet elk werkwoord op de juiste plek
Slide 15 - Slide
Ich ........... zur Toilette!
Nein, ich .................. noch nicht in die Disko gehen.
Ich ................ sehr gut schwimmen
Ich ............. Eis
darf
muss
kann
mag
Slide 16 - Drag question
Zoek de juiste vormen van het werkwoord
mögen
bij elklaar!
Er blijven twee vormen over!
ich du er sie es wir ihr sie Sie
ich
du
er sie es
wir
ihr
sie Sie
magst
mag
mögen
mögst
möge
mögen
mögt
mag
Slide 17 - Drag question
Bij welke persoonlijke voornaamwoorden gebruik je bij de modale werkwoorden dezelfde vervoeging van het werkwoord?
ich en du
du en er/sie/es
ich en er/sie es
Slide 18 - Poll
Bij de modale werkwoorden gebruik je bij de meervoudsvormen gewoon de esttenten. Klopt dat?
Ja
Nee
Slide 19 - Poll
selbständige Arbeit
- 20 Minuten Lesen Tschick
- 20 Minuten Studygo ( signaalwoorden)
- 20 Minuten Hausaufgaben Na Klar
_ Modalverben
Havo: Seite 62-63
Vwo 54-56
Slide 20 - Slide
More lessons like this
modale werkwoorden Lektion 1
April 2024
- Lesson with
18 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2
modale werkwoorden
16 days ago
- Lesson with
20 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2
Les 18
April 2024
- Lesson with
21 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Modalverben
May 2024
- Lesson with
31 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
3VWO Modale werkwoorden
October 2024
- Lesson with
24 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Trabi M3 Kap 6
April 2024
- Lesson with
26 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Havo 4 Kapitel 2 Modalverben Seite 62
March 2022
- Lesson with
30 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3,4
Modalverben
March 2022
- Lesson with
34 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4