Het bijvoeglijk naamwoord

Het bijvoeglijk naamwoord
1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 1 - Slide

Het bijvoeglijk naamwoord
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord. Het past zich in het Frans aan, aan het zelfstandig naamwoord waar het achter (of voor staat).

Een blauwe hond.  -  Un chien bleu
Een blauwe koe. - Une vache bleue
Twee blauwe honden. - Deux chiens bleus.
Twee blauwe koeien. - Deux vaches bleues.

Slide 2 - Slide

mannelijk
vrouwelijk
enkelvoud
meervoud
Welke letters komen achter het bijvoeglijk naamwoord? Bij de regelmatige vormen.
Neem deze tabel over in je schrift!
-e
-es
-s
- (geen letters)

Slide 3 - Drag question

J'ai une ____ chambre. (grand)
A
grand
B
grande
C
grands
D
grandes

Slide 4 - Quiz

Ils ont des chats ____ . (actif)
A
actif
B
active
C
actifs
D
actives

Slide 5 - Quiz

Uitzonderingen! Onregelmatige vormen
man.enk- vrouw. enk
bon- bonne
beau- belle
nouveau- nouvelle
vieux- vieille
man.enk - vrouw.enk
ien- ienne (canadien/ canadienne)
eux- euse (curieux/ curieuse)
if- ive (actif/ active)

Slide 6 - Slide

C'est un ___ lapin.
A
beau
B
beaux
C
belle
D
belles

Slide 7 - Quiz

Les maisons (v) sont ____.
A
nouveau
B
nouveaux
C
nouvelle
D
nouvelles

Slide 8 - Quiz

Les garçons sont ________ (amoureux)
A
amoureux
B
amoureuxs
C
amoureuse
D
amoureuses

Slide 9 - Quiz

 PLAATS van het bijv.nw in de zin
Schrijf op!

Slide 10 - Slide

In het Frans, staan de meeste bijvoeglijke naamwoorden achter het zelfstandig naamwoord.

--> Un chat noir. / Une fille adorable. / Des vaches blanches.



Neem over in je schrift!

Slide 11 - Slide

Uitzonderingen!
Sommige bijvoeglijke naamwoord staan vóór het zelfstandig naamwoord. Die moet je onthouden.

--> Staat het bijvoeglijk naamwoord dus in dit rijtje? Zet hem dan vóór het zelfstandig naamwoord!


Zie rijtje groene schema wb blz. 32 voor de uitzonderingen van de bijv. nw die in het Frans VOOR het zelfstandig naamwoord staan.

Slide 12 - Slide

VOOR of NA het zelfstandig naamwoord?

Le ____ livre _____ (nouveau)
A
VOOR
B
NA

Slide 13 - Quiz

VOOR of NA het zelfstandig naamwoord?

La _____ chantause ______ (vieille)
A
VOOR
B
NA

Slide 14 - Quiz

beau
haut
jeune 
grand
bon
long
vieux
mauvais
joli
petit
gros
nouveau
+ premier
+ dernier
+ méchant

Bijv.nw die VOOR ZN komen!

Slide 15 - Slide

C'est ...
A
un facile jeu
B
un jeu facile

Slide 16 - Quiz

C'est ...
A
une vieille chambre
B
une chambre vieille

Slide 17 - Quiz

C'est ...
A
une géniale fille
B
une fille géniale

Slide 18 - Quiz

C'est ...
A
un grand cahier
B
un cahier grand

Slide 19 - Quiz

C'est ...
A
une verte chaise
B
une chaise verte

Slide 20 - Quiz

C'est ...
A
un content élève
B
un élève content

Slide 21 - Quiz

sleep de bijvoeglijke naamwoorden naar het juiste vak
mannelijk
vrouwelijk
anglais
anglaise
bon
bonne
vieux
vieille
beau
belle

Slide 22 - Drag question

Schuif de woorden in de juiste volgorde
   

  GRAMMAIRE    Het bijvoeglijk naamwoord
J'habite dans une ............................ maison.
Ma chambre est très  .................... .
Sammie a les cheveux .................... et courts.
Ma mère est ........................... .
Mon animal ........................... c'est Sammie.
Nous avons aussi un .................... jardin.
Kies het correcte bijvoeglijke naamwoord. Let op bij de onregelmatige vormen.
belles
belle
vieux
beau
vieille
vieilles
brun
bruns
brune
hollandaise
hollandais
hollandaises
préférée
préféré
préférés
grande
grands
grand

Slide 23 - Drag question