7.2 deel 1

Vak: Mens en Maatschappij
Hoofdstuk: 7.2 deel 1
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel 
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vak: Mens en Maatschappij
Hoofdstuk: 7.2 deel 1
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel 
3.
Arrangementen + mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Pak je boek van M&M en laat deze nog even dicht op je tafel liggen.

Slide 2 - Slide

2. Lesdoel 
Aan het einde van de les:
- weet je welke landen Nederland in de 17e eeuw in oorlog was; 
- kun je de macht van de Europese vorsten in de 17e eeuw beschrijven;
- weet je hoe de handel tussen alle werelddelen groeide en hoe de Europeanen hun handel in Azië en Oost-Afrika uitbreidden.

Slide 3 - Slide

3. Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.
Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 5 op bladzijde 96 t/m 99.
-

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
Lars, Daan, Philip, Vince & Justin

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Jules, Angelo

Slide 4 - Slide

Mini-check
Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Slide 5 - Slide

Met wie kreeg de Republiek ruzie over de internationale handel?
A
Engeland
B
Frankrijk
C
Duitsland
D
Amerika

Slide 6 - Quiz

Lodewijk XIV wilde het Nederlandse gebied veroveren.
A
Juist
B
Onjuist
C
.

Slide 7 - Quiz

Koning Lodewijk XVI had absolute macht. Wat is absolute macht?

A
De koning beslist alles zelf
B
De koning beslist samen met de regering
C
De koning moet overleggen met de president
D
De koning heeft niks te zeggen

Slide 8 - Quiz

Wat betekent het begrip monopolie?
A
handel door één persoon
B
handel met één land
C
handel in één product
D
alleenhandel

Slide 9 - Quiz

Wie maakt wat:
Had je alle vragen goed: dan mag je zonder instructie beginnen aan de opdracht 1 t/m 5 op bladzijde 96 t/m 99.

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 10 - Slide

Verschillende vijanden
Tot wanneer duurde de Opstand tegen Spanje?
  • 1648

Door welke twee tegenstanders werd de Republiek in 1672 aangevallen en waarover ging die strijd?
  1. Engeland voerde oorlog op zee over de internationale handel.
  2. Frankrijk voerde oorlog om Nederlands gebied te veroveren.

Slide 11 - Slide

Verschillende vijanden
Hoe liep die strijd af?
  • Stadhouder Willem III was de legeraanvoerder en verdreef deze vijanden.


Slide 12 - Slide

Wie is de baas?
De Franse koning Lodewijk XIV had de absolute macht, dat betekent dat
  • hij alles in zijn eentje kon beslissen.

In Engeland werd de macht van de koning juist beperkt.
Hoe heette de vergadering waar de Engelse koning met de edelen en rijke burgers over belangrijke zaken praatte?
  • het parlement



Slide 13 - Slide

Wie is de baas?
Waardoor werden Engeland en de Republiek bondgenoten tegen Frankrijk?
  • De Nederlandse stadhouder Willem III trouwde met de Engelse konings-dochter Maria. Zij werden koning en koningin van Engeland.




Slide 14 - Slide

Uitbreiding in Oost-Afrika en Azië 
Wat is een wereldeconomie?
  • een systeem van wereldwijde handelscontacten

Om winst te maken, moet je rekening houden met concurrenten. Wat zijn dat?
  • mensen die hetzelfde verkopen

Om meer winst te maken besloot de Staten-Generaal dat alle Nederlandse compagnieën moesten samenwerken in de
VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie)





Slide 15 - Slide

Uitbreiding in Oost-Afrika en Azië 
Langs de kusten van Oost-Afrika en Azië stichtten Europese handelaren en de VOC kantoren en pakhuizen. Dat noem je
  • handelsposten

De VOC kreeg het monopolie, dat betekent dat zij
  • het alleenrecht had, zonder concurrenten








Slide 16 - Slide

Uitbreiding in Oost-Afrika en Azië 
Welk ander recht kregen VOC-handelaren?
  • oorlog voeren tegen de inheemse bevolking en buitenlandse concurrenten

Welke stad veroverde de VOC in 1609 op het Indonesische eiland Java?
  • De stad Jacatra. De stad werd het hoofdkwartier van de VOC en kreeg de naam Batavia.







Slide 17 - Slide

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Lars, Daan, Philip, Vince & Justin jullie maken zelfstandig opdracht 1 t/m 5 op bladzijde 96 t/m 99.

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? Jules, Angelo of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 2 + 4.

Slide 18 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 5 op bladzijde 96 t/m 99.



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna maak je de herhalingsopdrachten op blz 102.

timer
1:00

Slide 19 - Slide



 Aan het einde van deze les:
- weet je met welke landen Nederland in de 17e eeuw in oorlog was; 
- kun je de macht van de Europese vorsten in de 17e eeuw beschrijven;
- weet je hoe de handel tussen alle werelddelen groeide en hoe de Europeanen hun handel in Azië en Oost-Afrika uitbreidden.
Leerdoelen van deze les LJ1
Hoeveel sterren geef je jezelf? 
Minimaal 1 ster, maximaal 5 sterren per doel. 
Ik weet met welke landen Nederland in de 17e eeuw in oorlog was
Ik kan de macht van de Europese vorsten in de 17e eeuw beschrijven;
Ik weet hoe de handel tussen alle werelddelen groeide en hoe de Europeanen hun handel in Azië en Oost-Afrika uitbreidden.

Slide 20 - Drag question

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk LJ1: 
Dinsdag 23 april
7.2 opdracht 1 t/m 5

Toetsen LJ1: 

Slide 21 - Slide