1MH ond pv werkwoordelijk gezegde en zinnen formuleren

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

1MH ond pv werkwoordelijk gezegde en zinnen formuleren

Hoe vind je de persoonsvorm in een zin? 

1) Zet de zin in een andere tijd.

2) Het werkwoord dat verandert, is de persoonvorm. 

Persoonsvorm?

De leerlingen in mijn klas eten stiekem snoep in het klaslokaal.

Hoe vind je het onderwerp van een zin?

Wie / wat + pv 

Onderwerp

De leerlingen in mijn klas eten stiekem snoep in het klaslokaal.

wie of wat eten snoep? 

Let op: een onderwerp kan lang of kort zijn!

De leerlingen in mijn klas eten stiekem snoep in het klaslokaal.

Onderwerp: De leerlingen?

Onderwerp: De leerlingen in mijn klas?

! Verdeel de zin in zinsdelen (strepen zetten). 

REGEL: alles wat je 'voor' de persoonsvorm kan zetten = 1 zinsdeel. 

VOORBEELD: 

De leerlingen in mijn klas | eten | stiekem | snoep in het klaslokaal.|

Onderwerp: De leerlingen?

Onderwerp: De leerlingen in mijn klas?

VOORBEELD: 

De leerlingen in mijn klas | eten | stiekem | snoep in het klaslokaal.|

In mijn klas | eten | de leerlingen stiekem snoep in het lokaal.

De leerlingen | eten |  stiekem snoep in het klaslokaal in mijn klas. 

Wat is het werkwoordelijk gezegde? 

Alle werkwoorden in een zin: 

in elk geval de persoonsvorm - eventueel een heel werkwoord of een voltooid deelwoord. 

Werkwoordelijk gezegde: 

Piet loopt elke zaterdagochtend naar de supermarkt.

Piet gaat vanaf nu elke zaterdag naar de supermarkt lopen.

Piet is afgelopen zaterdag naar de supermarkt gelopen.

Werkwoordelijk gezegde: 

Piet loopt elke zaterdagochtend naar de supermarkt.

Piet gaat vanaf nu elke zaterdag naar de supermarkt lopen.

Piet is afgelopen zaterdag naar de supermarkt gelopen.

En nu jullie!

Heel veel jongeren sparen voor de allernieuwste iPhone.
Wat is de persoonsvorm?

1. Heel veel jongeren
2. jongeren
3. sparen
4. de allernieuwste iPhone

Heel veel jongeren sparen voor de allernieuwste iPhone.
Wat is het onderwerp?

1. Heel veel jongeren
2. jongeren
3. sparen
4. de allernieuwste iPhone

Heel veel jongeren sparen voor de allernieuwste iPhone.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

1. Heel veel jongeren
2. jongeren, sparen
3. sparen
4. de allernieuwste iPhone

Voor die opleiding moet je een peperdure laptop aanschaffen.
Wat is de persoonsvorm?

1. voor die opleiding
2. moet
3. je
4. peperdure laptop

Voor die opleiding moet je een peperdure laptop aanschaffen.
Wat is het onderwerp?

1. voor die opleiding
2. moet
3. je
4. peperdure laptop

Voor die opleiding moet je een peperdure laptop aanschaffen.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

1. aanschaffen
2. moet
3. moet, aanschaffen
4. peperdure laptop

De leerlingen uit 1MHD hebben de vorige les moeilijke opdrachten gemaakt.
Wat is de persoonsvorm?

1. De leerlingen
2. De leerlingen uit 1MHD
3. hebben
4. moeilijke opdrachten

De leerlingen uit 1MHD hebben de vorige les moeilijke opdrachten gemaakt.
Wat is het onderwerp?

1. De leerlingen
2. De leerlingen uit 1MHD
3. hebben
4. moeilijke opdrachten

De leerlingen uit 1MHD hebben de vorige les moeilijke opdrachten gemaakt.
Wat is het voltooid deelwoord?

1. hebben, gemaakt
2. De leerlingen uit 1MHD
3. hebben
4. gemaakt

De leerlingen uit 1MHD hebben de vorige les moeilijke opdrachten gemaakt.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

1. hebben
2. De leerlingen uit 1MHD
3. opdrachten gemaakt
4. hebben, gemaakt

De jongens zoeken informatie over de Formule-1 op.
Wat is de persoonsvorm?

1. De jongens
2. zoeken
3. zoeken op
4. Formule-1

De jongens zoeken informatie over de Formule-1 op.
Wat is het onderwerp?

1. De jongens
2. zoeken
3. zoeken op
4. Formule-1

De jongens zoeken informatie over de Formule-1 op.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

1. De jongens
2. zoeken
3. zoeken op
4. Formule-1

Opdracht: 8 woorden tegenwoordige tijd - kruiden (pv), Jos (ond), kip
Zin: Jos kruidt de malse kip elke donderdag met een pittige kruidenmix.

1. GOED
2. NIET GOED

Opdracht: 8 woorden verleden tijd - kruiden (pv), Jos (ond), kip
Zin: Jos heeft de malse kip altijd met een pittige kruidenmix gekruid.

1. GOED
2. NIET GOED

Opdracht: 8 woorden verleden tijd - wandelen (pv), Jos en Sjaak, Zaandijk
Zin: Jos en Sjaak wandelen elke zaterdagmiddag in het prachtige centrum van Zaandijk.

1. GOED
2. NIET GOED

Opdracht: vraagzin 8 woorden voltooide tijd - voetballers (ond), winnen, vrijdagavond
Zin: De voetballers gaan vrijdagavond de spannende wedstrijd winnen.

1. GOED
2. NIET GOED

Opdracht: 8 woorden verleden tijd - kruiden (pv), Jos en Sjaak (ond), kip
Zin: Jos en Sjaak kruidden de malse kip vroeger altijd met een pittige kruidenmix.

1. GOED
2. NIET GOED

Opdracht: vraagzin 8 woorden voltooide tijd - voetballers (ond), winnen, vrijdagavond
Zin: Hebben jullie afgelopen vrijdagavond de wedstrijd gewonnen?

1. GOED
2. NIET GOED

Opdracht: 8 woorden verleden tijd - wandelen (pv), Jos of Sjaak, Zaandijk
Zin: Jos of Sjaak wandelde elke zaterdagmiddag in het prachtige centrum van Zaandijk.

1. GOED
2. NIET GOED