Aan het einde van de les kun je de betekenis en het gebruik van de woorden 'achterhalen', 'duiding', 'geschikt', 'doornemen', 'interactie', 'gestructureerd', 'uitvoeren', 'maatregel', 'oorspronkelijk', 'onderscheiden', 'uiteenzetting', 'nadrukkelijk', 'relativeren', 'voorspelling' en 'sporadisch' begrijpen en toepassen in zinnen.
Aan het einde van de les kun je synoniemen herkennen en gebruiken voor de gegeven woorden.
Aan het einde van de les kun je voorbeeldzinnen formuleren met de gegeven woorden.