Nederlands Perron 3 Meervoudsvorm

Nederlands (week 17) 
Perron 3
Meervoudsvorm
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Nederlands (week 17) 
Perron 3
Meervoudsvorm

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Terugblik
Huiswerk opdracht 6 en 7
Vragen?
Deze week woordenschattoets

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Samenstellingen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Theorie samenstellingen
Een samenstelling is een combinatie van zelfstandige naamwoorden die samen een nieuw woord vormen. 

keuken + kast = de keukenkast,
courgette + soep = de courgettesoep
spel + regel = de spelregel


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Lesdoel deze week:
Aan het einde van de les kun je de meervoudsvorm van zelfstandige naamwoorden correct schrijven.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat klopt hier niet?
De schoolen hebben nodig nieuwe bureau`s nodig.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Geef een voorbeeld van een zelfstandig naamwoord in meervoud

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Meervoud op -en
Woorden die eindigen op een medeklinker
krijgen meestal -en in het meervoud.

Als het voor de uitspraak nodig is, verdubbel je 
de medeklinker of verenkel je de klinker.

kat - katten (niet: *katen), 
beer - beren (niet *beeren)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Meervoud op -s
1. Als de laatste lettergreep geen klemtoon heeft, 
is het meervoud op -s.
Bijvoorbeeld: vó-gel - vogels, bé-zem - bezems

2. Ook woorden die eindigen op een klinker
krijgen in het meervoud -s
Bijvoorbeeld: niveau - niveaus, toffee - tofee

Slide 10 - Slide

Benadruk dat de lettergreepregel een uitzondering is op de regel voor het meervoud op -en.
Let op! Apostrof s
Eindigt een woord op een enkele 
a, i, o, u, y
dan krijgt het meervoud -'s.
Dat is nodig om de klank gelijk te houden. 

oma - oma's (niet: *omas)
baby - baby's (niet: *babys)

Slide 11 - Slide

Benadruk dat de enkele 'e' hier niet tussen staat. Deze wordt aan het einde van een woord uitgesproken als stomme e en daar mag de -s direct achter. 
Wat is de meervoudsvorm
van het woord avocado?

Slide 12 - Open question

Het enkelvoud eindigt op de enkele lange klinker 'o'.
Wat is de meervoudsvorm van het woord machine?

Slide 13 - Open question

Het enkelvoud eindigt op een klinker.
Wat is de meervoudsvorm
van het woord paardenbloem?

Slide 14 - Open question

Het enkelvoud eindigt op een medeklinker.
Wat is de meervoudsvorm van het woord dadel?

Slide 15 - Open question

Het enkelvoud eindigt op een medeklinker, maar de klemtoon ligt niet op de laatste lettergreep: dá-del. 
Uitzonderingen
Een aantal woorden houden zich niet aan de standaard meervoudsregels. 

Bijvoorbeeld: 
koe-koeien, kind-kinderen, museum-musea

Hier ga je in latere lessen mee oefenen.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Noteer het meervoud van lolly
A
lollys
B
lolly's

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Noteer het meervoud van cowboy
A
cowboys
B
cowboy's

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Noteer het meervoud van café
A
cafés
B
cafees
C
cafe's
D
café's

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Noteer het meervoud van cadeau
A
cadeaus
B
cadeau's

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het meervoud van disco?
A
discos
B
disco`s
C
discoos

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het meervoud van paraplu?
A
paraplus
B
paraplu`s
C
parapluus

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het meervoud van paard?
A
paarden
B
parden

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Huis/Thuiswerk
Perron 3 vanaf blz. 43 Opdracht 8
Maken in Nieuwsbegrip de woordenschatlessen ter voorbereiding op de toets. (zie ook het archief)

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie
Lesdoelen behaald?
Aan het einde van de les kun je de meervoudsvorm van zelfstandige naamwoorden correct schrijven.
Hoe ging de les? Wat kan er anders?

Slide 25 - Slide

This item has no instructions