Grammar refresher HV2/3 - Verbs: Questions and negations
Nee?
Vragen en ontkenningen in elke werkwoordstijd die je tot nu toe hebt gehad
1 / 13
next
Slide 1: Slide
This lesson contains 13 slides, with text slides.
Items in this lesson
Nee?
Vragen en ontkenningen in elke werkwoordstijd die je tot nu toe hebt gehad
Slide 1 - Slide
Questions: Simple tenses
Bij de Past Simple en de Present Simple, als je van een zin een vraag wil maken, voeg je een vorm van to do (i.e. do/does) toe vooraan de zin (en natuurlijk een vraagteken aan het eind). Woordvolgorde blijft onveranderd.
Deze vorm van to do wordt de nieuwe persoonsvorm van de zin; de oude persoonsvorm verandert naar een infinitive. Eventuele andere werkwoorden blijven onveranderd.
Uitzondering: Wanneer de persoonsvorm van de zin al een hulpwerkwoord of modal is (to be, to have, to can, to may, etc.) en er andere werkwoorden in de zin staan wordt er geen to do toegevoegd, en zet je in plaats daarvan dat hulpwerkwoord vooraan de zin.
Slide 2 - Slide
Questions: Continuous & Perfect Tenses, to will, to be going to.
Bij de Past Continuous, Present Continuous, Present Perfect, Future to will en Future to be going to, als je van een zin een vraag wil maken, Zet je de persoonsvorm vooraan in de zin (en natuurlijk een vraagteken aan het eind). Woordvolgorde en vervoeging van het werkwoord blijft onveranderd.
Net als bij de Simple tenses blijven eventuele andere werkwoorden onveranderd, ongeacht de vorm, dus ook de -ing-vorm (bij Continuous) en past participle (bij Perfect).
Slide 3 - Slide
Here are some examples
Sorted by what point in time you're talking about
Slide 4 - Slide
Questions: Present
Present Simple
You walk to school every morning -> Do you walk to school every morning?
I have a really nice car -> Do I have a really nice car?
Johncanswim very well -> Can John swim very well?
Present Continuous
You aremaking me sick -> Are you making me sick?
I'mfeeling really tired right now -> Am I feeling really tired right now?
Mitch isrunning for class president -> Is Mitch running for class president?
Slide 5 - Slide
Questions: Past
Past Simple
Rick had a great idea -> Did Rick have a great idea?
We brought the rackets -> Did we bring the rackets?
You were sick yesterday -> Were you sick yesterday?
Past Continuous
I waschasing my dog when I tripped. -> Was I chasing my dog when I tripped?
They wereswimming while Rob was sleeping>Were they swimming while Rob was sleeping?
Present Perfect
You haveconsidered the consequences -> Have you considered the consequences?
Johnny hasspent a lot of time on this -> Has Johnny spent a lot of time on this?
Slide 6 - Slide
Questions: Future
Present Simple Future en Present Continuous Future
Identiek aan zoals ze in de slide Questions: Present te vinden zijn
To will
I willbe ready as soon as I can -> Will I be ready as soon as I can?
She'll never look as good as Macy -> Will she never look as good as Macy?
They'llmake sure to feed my cat -> Will they make sure to feed my cat?
To be going to
Wayne isgoing to find his books -> Is Wayne going to find his books?
Tarantino isgoing to win an Oscar -> Is Tarantino going to win an Oscar?
Slide 7 - Slide
Negations : Simple tenses & Present Perfect
Bij de Past Simple, Present Perfect en de Present Simple, als je een zin in in een ontkennende vorm wil zetten, voeg je een vorm van to do + not/n't (i.e. don't/doesn't voor present of of didn't voor past) toe meteen voor de persoonsvorm. Woordvolgorde blijft onveranderd.
Deze vorm vanto do wordt de nieuwe persoonsvorm van de zin; de oude persoonsvorm verandert naar eeninfinitive. Eventuele andere werkwoorden blijven onveranderd.
Uitzondering: Wanneer de persoonsvorm van de zin al een hulpwerkwoord of modal is (to be, to have, to can, to may, etc.) en er andere werkwoorden in de zin staan wordt er geen to do toegevoegd, en zet je in plaats daarvan 'not' meteen achter dat hulpwerkwoord.
Slide 8 - Slide
Negations: Continuous Tenses, to will, to be going to.
Bij de Past Continuous, Present Continuous, Future to will en Future to be going to, als je van een zin een vraag wil maken, Zet je'not'meteen achter de persoonsvorm. Woordvolgorde en vervoeging van het werkwoord blijft onveranderd.
Net als bij de Simple tenses blijven eventuele andere werkwoorden onveranderd, ongeacht de vorm, dus ook de -ing-vorm (bij Continuous) en past participle (bij Perfect).
Let op! 'Will not' trekt samen tot 'won't'!
Slide 9 - Slide
Here are some examples
Sorted by what point in time you're talking about
Slide 10 - Slide
Questions: Present
Present Simple
You walk to school every morning -> You don't walk to school every morning.
I have a really nice car -> I don't have a really nice car.
Johncanswim very well -> John can't swim very well
Present Continuous
You aremaking me sick -> You aren'tmaking me sick.
I'mfeeling really tired right now -> I'mnotfeeling really tired right now.
Mitch isrunning for class president -> Mitch isn'trunning for class president.
Slide 11 - Slide
Questions: Past
Past Simple
Rick had a great idea -> Rick didn'thave a great idea.
We brought the rackets -> We didn'tbring the rackets.
You were sick yesterday -> You weren't sick yesterday.
Past Continuous
I waschasing my dog when I tripped. -> I wasn'tchasing my dog when I tripped.
They wereswimming while Rob was sleeping -> they weren'tswimming while Rob was sleeping.
Present Perfect
You haveconsidered the consequences -> You haven'tconsidered the consequences
Johnny hasspent a lot of time on this -> Johnny hasn'tspent a lot of time on this
Slide 12 - Slide
Questions: Future
Present Simple Future en Present Continuous Future
Identiek aan zoals ze in de slide Negations: Present te vinden zijn
To will
I willbe ready as soon as I can -> I won'tbe ready as soon as I can.
She'lllook as good as Macy -> She won'tlook as good as Macy.
They'llmake sure to feed my cat -> They won't make sure to feed my cat.
To be going to
Wayne isgoing to find his books -> Wayne isn'tgoing to find his books.
Tarantino isgoing to win an Oscar -> Tarantino isn'tgoing to win an Oscar.