Thema 3 - H1 - moeilijke woorden les 1

Welkom!
Dinsdag 20 april

Blok 2 : 10.15-11.35


Wie is er wel / niet?
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Welkom!
Dinsdag 20 april

Blok 2 : 10.15-11.35


Wie is er wel / niet?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Nieuw thema :-) 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Doel van vandaag
Ik luister goed naar de uitleg en doe actief mee

Ik ken de moeilijke woorden en de betekenis van de moeilijke woorden van thema 3

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Natuur

Slide 5 - Mind map

Wat weet je over natuur? Waar denk je aan bij het woord natuur? 
Hoofdstuk 1 - moeilijke woorden
We gaan alle moeilijke woorden van bladzijde 75 en 76 bespreken en er mee oefenen.

Ga er goed voor zitten, want hier komen ze ......

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

de afvalscheiding

Slide 7 - Slide

Het apart inzamelen van afval, zoals papier en glas.
Voorbeeldzin : Afvalscheiding is in ons dorp belangrijk. Alle inwoners hebben aparte afvalbakken voor papier en groente-, fruit- en tuinafval.
biologisch

Slide 8 - Slide

Op een natuurlijke manier gemaakt of gegroeid, zonder gebruik van bijvoorbeeld kunstmest.
Voorbeeldzin : Mijn moeder koopt altijd biologische groente bij een boer die zij goed kent. 
het klimaat

Slide 9 - Slide

Het soort weer dat bij een land of een gebied hoort.
Voorbeeldzin : Zuid-Afrika heeft een heel warm klimaat.
het landschap

Slide 10 - Slide

Hoe een stuk land eruit ziet.
Voorbeeldzin : Zwitserland heeft een landschap vol bergen. 
het milieu

Slide 11 - Slide

Alle grond, lucht en water om ons heen.
Voorbeeldzin : Giftige dampen zijn slecht voor het milieu.
de natuur

Slide 12 - Slide

Alles wat ons ons heen is en wat niet door mensen is gemaakt, zoals planten, bomen en dieren.
Voorbeeldzin : In de natuur kom je soms prachtige dieren tegen die je in de stad niet ziet. 
de oceaan

Slide 13 - Slide

Een grote zee tussen twee delen van de wereld.
Voorbeeldzin : Tussen Amerika en Azië ligt een oceaan. 
recyclen

Slide 14 - Slide

Opnieuw gebruiken
Voorbeeldzin : Papier kun je makkelijk recyclen en opnieuw gebruiken.
het regenwoud

Slide 15 - Slide

Een groot bos met oude bomen in een warm gebied waar het veel regent.
Voorbeeldzin : In het Braziliaanse regenwoud staan enorm oude bomen.
het seizoen

Slide 16 - Slide

Eén van de vier delen van het jaar; de zomer, de herfst, de winter of de lente.
Voorbeeldzin : De zomer is het warmste seizoen  van het jaar.
uitsterven

Slide 17 - Slide

Het ophouden te bestaan van een soort plant of dier.
Voorbeeldzin : Dinosaurussen zijn lang geleden uitgestorven.
vegetarisch

Slide 18 - Slide

Waar geen vlees of vis in zit.
Voorbeeldzin : Dit vegetarische eten bestaat alleen uit groente.
de vervuiling

Slide 19 - Slide

Het vies worden
Voorbeeldzin : De vervuiling van de zee is slecht voor alle vissen.
zich voortplanten

Slide 20 - Slide

Kinderen of jongen krijgen.
Voorbeeldzin : De witte tijger moet zich voortplanten om niet uit te sterven. 
de weersverwachting

Slide 21 - Slide

De voorspelling van hoe het weer zal zijn.
Voorbeeldzin : Volgens de weersverwachting wordt het morgen mooi weer. 
oefenen van de woorden
Eens even kijken of je al een aantal woorden weet? 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

welk woord past het beste bij het plaatje?
A
het landschap
B
het seizoen
C
het milieu
D
de natuur

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord past het beste bij het plaatje?
A
biologisch
B
vegetarisch
C
het milieu
D
het landschap

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord:
Het apart inzamelen van afval

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

Welk woord past bij het plaatje?

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Welk woord past bij deze betekenis?
"het soort weer dat bij een land of gebied hoort."

A
Natuur
B
Milieu
C
Klimaat
D
Weer

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Welke woord past bij het plaatje?

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Welk woord past bij deze betekenis?
"Opnieuw gebruiken"

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Slide 30 - Link

Een afsluitende kahoot
Ik ken de betekenis van de woorden van thema 3
Ja, helemaal
De meeste woorden ken ik, maar een paar nog niet
Ik ken er een paar, de rest moet ik nog oefenen
Ik ken er nog geen 1 en mag nog veel gaan oefenen

Slide 31 - Poll

This item has no instructions