1TH Spelling verleden tijd en voltooid deelwoord

Verleden tijd en voltooid deelwoord
mavo brugklas
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Verleden tijd en voltooid deelwoord
mavo brugklas

Slide 1 - Slide

10 minuten lezen
Op het bord zie je de timer.

Leest er iemand niet?
De timer start opnieuw!

Veel plezier!
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Doel
Aan het einde van de les:
Weet je hoe je de verleden tijd schrijft.
Weet je hoe je het voltooid deelwoord schrijft.

Slide 3 - Slide

Verleden tijd
Sterke werkwoorden: uit je hoofd leren.

Zwakke werkwoorden --> laatste letter stam:
Wel in 't taxikofschip --> +te(n)
Niet in 't taxikofschip --> +de(n)

Slide 4 - Slide

Wij (wandelen) gisteren in het bos.
A
wandelden
B
wandelten
C
wandelde
D
wandelte

Slide 5 - Quiz

Hij (verhuizen) vorig jaar naar Apeldoorn.
A
verhuisden
B
verhuisten
C
verhuisde
D
verhuiste

Slide 6 - Quiz

Ik (worden) er gisteren nog uitgestuurd!
A
werden
B
werd
C
wordt
D
word

Slide 7 - Quiz

We (zijn) vorig jaar op vakantie.
A
werden
B
waren
C
waaren
D
zijn

Slide 8 - Quiz

Voltooid deelwoord
Er staat altijd een hulpwerkwoord in de zin (hebben, zijn of worden).

Houd de regels aan van de verleden tijd.

Slide 9 - Slide

Hij is vorig jaar (verhuizen).
A
verhuizen
B
verhuist
C
verhuisd
D
verhuis

Slide 10 - Quiz

Wij hebben in het bos (wandelen).
A
wandelden
B
wandelde
C
gewandeld
D
gewandelt

Slide 11 - Quiz

Hij (verhuizen) volgend jaar naar Amsterdam.
A
verhuizen
B
verhuiz
C
verhuisd
D
verhuist

Slide 12 - Quiz

Zelfstandig werken
  • Kijk op je weektaak welke opdrachten je moet maken.
  • Je mag fluisterend overleggen met je buurman/buurvrouw.
  • Kijk je opdrachten ook na.
  • Heb je iets af? Laat het aftekenen.

Slide 13 - Slide