Pluriforme samenleving BK

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 4

Herhaling Pluriforme samenleving

Wat is een subcultuur?

1. Een cultuur die zich onderscheidt van de dominante cultuur.
2. Een cultuur die uitsluitend in grote steden voorkomt.
3. Een cultuur die enkel door jongeren wordt beoefend.
4. Een cultuur die overeenkomt met de dominante cultuur.

Slide 10, 11, 12 en 13 – Quiz

In de volgende 4 dia's is een kleine quiz gemaakt over de informatie die behandeld is. Zo kun je nog even bevestigen of ze de informatie begrepen hebben.

DOMINANTE CULTUUR

Dominante cultuur

1. De cultuur van een kleine groep mensen binnen de samenleving.
2. Een samenleving die 'veel vorming' of 'veel kleurig'.
3. Iemand dat tot een bepaalde volk behoort.
4. De waarden, normen en gewoontes van de meeste mensen in het land.

Dominante cultuur 

De normen, waarden en gewoonten die het grootste gedeelte van een bevolking in een land heeft.

Subcultuur

Normen, waarden en gewoonten die door een kleine groep mensen wordt gedeeld.

Pluriforme Samenleving

Pluriforme Samenleving 

1. De cultuur van een kleine groep mensen binnen de samenleving.
2. Een samenleving die 'veel vorming' of 'veel kleurig'.
3. Iemand dat tot een bepaalde volk behoort.
4. De waarde, normen en gewoontes van de meeste mensen in het land.

Pluriforme samenleving

Pluriform = meerkleurig/veelzijdig

Dus; samenleving met een veelvoud aan verschillende normen, waarden, gewoonten én levensstijlen. 

Wat betekent migratie?

Welke 4 vormen van migratie hebben wij besproken?

Migratie

Verhuizen naar een ander land.

Werk - vanwege beter werk in een ander land.

Gezin - je hebt familie of kinderen/vrouw in een ander land.

Oorlog - het land waar je woont breekt oorlog uit.

Koloniën - Je woont in een voormalige kolonie van Nederland.

Wat zijn nieuwkomers?

Wat is integratie?

1. mensen passen zich gedeeltelijk aan, aan de dominante cultuur terwijl ze hun eigen cultuurkenmerken mogen houden.
2. mensen vertrekken naar een ander land.
3. mensen passen zich helemaal niet aan en houden hun eigen cultuur in stand.
4. alles is onjuist.

Integratie

Als een nieuwkomer zich aanpast aan de cultuur van het land waar de nieuwkomer nu woont, maar nog wel onderdelen van zijn/haar eigen cultuur behoudt. 

Een nieuwkomer zonder werk integreert moeilijker dan een nieuwkomer met werk. Waarom is dat? Leg je antwoord uit.

Stereotype

Stereotype

1. Overdreven beeld van een groep mensen
2. Passen nieuwkomers zich aan de dominante cultuur, maar houden ook hun eigen
3. Een oordeel over iemand of iets zonder dat je feiten of de persoon kent.
4. Onterecht verschil maken in de behandeling van mensen

Geef een voorbeeld van een vooroordeel

Stereotype en vooroordelen

– Iedereen die in Nederland woont gebruikt wiet: stereotype.

– Pieter is dik en zal dus wel lui zijn: vooroordeel.

Welke vormen van discriminatie zijn er?

1. Geslacht
2. Leeftijd
3. Migratieachtergrond
4. Handicap

Discriminatie

Niet meer dan dit;

In gelijke gevallen iemand ongelijk behandelen.

Racisme is een vorm van discriminatie

1. Juist
2. Onjuist

Discriminatie is volgens de grondwet verboden

1. Juist
2. Onjuist