Maandag 12 juni: pitch Mustafa en Douwe + oefenen werkwoordspelling + leesvaardigheid
Woensdag 14 juni: SO werkwoordspelling + boekopdracht maken in de les
Toetsweek: repetitie Leesvaardigheid
Slide 3 - Slide
10
minuten
lezen
Slide 4 - Slide
Cabaret is een populaire vorm van amusement, die meestal bestaat uit de combinatie van verhalen vertellen, grappen maken, theater, dans, zang en/of poëzie.
- Bij cabaret gaat het altijd om verhalen met veel humor.
- Er zit meestal wel een serieuze ondertoon, rode draad of maatschappijkritische boodschap in.
- Een man die cabaret maakt noem je een cabaretier, een vrouw een cabaretière.
Wat is cabaret?
Slide 5 - Slide
Er zijn verschillende soorten cabaret. Deze worden ook vaak door cabaretiers gecombineerd in voorstellingen.
Geëngageerd cabaret: de cabaretier(e) geeft kritisch commentaar op bijvoorbeeld de politiek, taboes en veranderingen in de samenleving.
Stand-up comedy: de cabaretier maakt snelle grappen en improviseert op de reacties vanuit het publiek.
Nonsenscabaret: de cabaretier vertelt onzin en zet de wereld op zijn kop.
Muzikaal cabaret: de cabaretier maakt voornamelijk muzikale grappen en bespeelt één of meerderen instrumenten en zingt liedjes.
Fysiek cabaret: de cabaretier maakt acrobatische grappen en gebruikt allerlei voorwerpen en instrumenten.
Visueel cabaret: de grap van het cabaret zit hem in wat je ziet.
Tekstueel cabaret: de grap is leuk als je hem leest.
De verschillende genres
Slide 6 - Slide
Geëngageerd cabaret
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Nonsenscabaret
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
Muzikaal cabaret
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Visueel cabaret
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Voor het maken van cabaret moet je aan het volgende denken:
Onderwerp
Thematiek
Vorm
Rollen (personages)
Deelnemers
Ordening
Humor
Performance
Interactie
Slide 15 - Slide
Fragment I
Toon Hermans
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Vraagt Toon Hermans hiermee aandacht, gevoel voor humor, een bepaalde vorm van intelligentie? Hoe heb jij dit ervaren?
Slide 18 - Open question
Fragment II
Herman Finkers
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Video
Zie je een overeenkomst of een verschil (inhoud/vorm) met Toon Hermans? Beschrijf dit in je eigen bewoordingen.
Slide 21 - Open question
Fragment III
Kees Torn
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Video
Hoe zou je de stijl omschrijven van Kees Torn?
Slide 24 - Open question
Fragment IV
Ronald Goedemondt
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Video
Slide 27 - Video
Wat doet Ronald beduidend anders dan Toon Hermans?
Slide 28 - Open question
Willen jullie het lokaal in de volgende opstelling zetten?